Serie Monologen
Een monoloog is in het theater meestal een gesproken tekst waarbij maar één acteur op het toneel is. Een monoloog spreekt vanuit de binnenwereld, deelt met het publiek wat niet met de andere personages kan worden gedeeld. Zo kan een monoloog ook een brug zijn voor het publiek: wat wij van binnen voelen, maar tegen niemand kunnen zeggen wordt onthuld.
‘Nu ben ik alleen’, zegt Hamlet in Shakespeares beroemde toneelstuk, als verder iedereen het toneel heeft verlaten. Hij spreekt tegen zichzelf – of tegen het publiek – over zijn ware gevoelens: zijn verlangen de moord op zijn vader te wreken en over hoe hij zijn eigen lafheid veracht dat hij het nog niet gedaan heeft. Zo pratend verandert zijn gemoed en beraamt hij een plan dat alleen het publiek kent. Hamlets woorden geven stem aan de listige, wraakzuchtige stem in onszelf, hoe keurig en braaf we aan de buitenkant ook zijn.
Bijbelverhalen vertellen bijna nooit over de psychologie van de personages. Achter één zin gaat soms een wereld schuil. Wat gebeurt er als we stem geven aan de binnenkant van Bijbelse figuren? Wat als de vrouwen die een – vaak naamloze – figurantenrol spelen in het grote verhaal ons deelgenoot konden maken van hun beleving, hun geheimen, van hun geloof? Wat als de slechterik het woord krijgt en zijn kant van het verhaal belicht?
In deze serie werken theatermakers en acteurs mee. De vieringen hebben in plaats van een overweging een monoloog.

Zondag 16 april: Koningin Wasti
Lezing: Ester 1: 10-18
Tekst: Esther van Steenis. Spel: Astrid van Eck
Koningin Wasti was de eerste vrouw van de oneindig rijke Perzische koning Ahasveros. Op de zevende dag van een feest dat hij gaf, vroeg hij haar haar schoonheid te komen tonen. Zij weigerde en werd daarom door hem verstoten.
We leven in een wereld waarin het voor vrouwen niet makkelijk is om ‘nee’ te zeggen. Als een vrouw weigert of voor zichzelf kiest kan dat zomaar haar einde betekenen. Ook nu nog. Een innerlijke monoloog van de mens die voor haarzelf kiest; ondanks de belachelijke gevolgen.
Zondag 23 april: Noahs vrouw
Lezing: Genesis 8: 15-19, 9: 8-16
Tekst en spel: Eva Martens. Regie: Puck van Dijk
‘Het is niet dat ik niet zag dat het slecht ging. Dat ik hem kwijtraakte, met zijn dromen en zijn grote project. Ik leefde. Hij niet. Ik geloofde niet dat het zover zou komen. Toen kwam de regen.’
De vrouw van Noach is niet rechtvaardig als Noach. Zij is niet nuttig als de dieren of hun zonen en vrouwen, die de aarde opnieuw moeten gaan bevolken. Noach en zijn vrouw zijn al oud als ze de ark in gaan. Naäma, zoals zij in de traditie wordt genoemd, mag mee op de ark en wordt van de grote vloed gered, terwijl ze het niet verdiend heeft en ook geen belofte draagt voor de nieuwe wereld waar ze deel van uit mag gaan maken. Of toch wel?
Zondag 30 april: Maria Magdalena
Lezing: Johannes 20: 11-18
Tekst: Alexandra Broeder. Spel: Alexandra Greidanus
De bekende woorden ‘noli me tangere’, die Jezus tegen Maria Magdalena zeg na zijn verrijzenis, kunnen zowel vertaald worden als ‘raak me niet aan’ of ‘houd me niet vast’.
Hoe kunnen wij liefhebben?
Hoe kunnen wij verbinden zonder onszelf te verliezen? Zonder de ander vast te willen houden om een leegte in onszelf op te vullen?
In deze monoloog is niet Jezus maar Maria Magdalena de leraar. Haar krachtige en liefdevolle boodschap wordt vertolkt door de 12-jarige performer Alexandra Greidanus.
Zondag 7 mei: Judas
Lezing: Johannes 13: 12-38
Tekst: Arjan Broers. Spel: Patrick Nederkoorn
Is er iemand in de geschiedenis meer verketterd dan Judas Iskariot? De verrader, die een van de twaalf leerlingen was en degene werd die Jezus uitleverde. Dat deed hij met een kus en hij werd ervoor betaald, wat onthulde hoe verdorven en corrupt hij was.
Vandaag kan hij eindelijk vrijuit spreken. ‘Ben ik echt zo anders dan jij?’ En: ‘Wie heeft zich hier nou opgeofferd?’
Volg ons op