foto-links

raamdom-gr

Taizé-reis zomer 2023

Ga je mee naar Taizé? Er zijn nog een paar plaatsen vrij in de bus!

Ben je tussen de 16 en 30 jaar en lijkt het je leuk om een week door te brengen in de internationale oecumenische broedergemeenschap van Taizé, om jongeren vanuit heel Europa te ontmoeten, over de diepere dingen van het leven met elkaar in gesprek te raken, stil te zijn en plezier te maken?
Geef je dan gauw op: klik op het Aanmeldformulier.

Vanuit de Dominicus gaat een groepje jongeren mee, samen met pastor Eva Martens die als begeleider betrokken is. Vanuit verschillende kerken en daarbuiten gaan nog meer jongeren mee. Hoewel er als uiterste aanmelddatum 31 mei staat, kunnen er nog een paar jongeren mee. De bus is nog niet vol.
Meer informatie? Download hier de flyer.

Heb je vragen, of heb je moeite hebt met de kosten? neem contact op met Eva: 06-49393935, evamartens@dominicusamsterdam.nl

Nieuwe serie: Levensliederen

Tussen smartlap en levenslied

Smartlappen: het genre van de heftige persoonlijke emoties, de zo bombastisch bezongen gevoelens van verliefdheid, verlatenheid, verlorenheid, verlies. De sluizen van het sentiment die zich onstuitbaar openen. Met André Hazes, met zijn voorliefde voor het vertolken van de schaduwzijden van het persoonlijk bestaan op zingbare melodieën in mineur, toch wel als de ongekroonde koning van het genre. “Ik zit hier heel alleen kerstfeest te vieren; de straf die ik verdiend heb zit ik uit”.

Over de oorsprong van de smartlap doen verschillende verhalen de ronde. Volgens één versie is de ‘smachtlap’ een in katholieke kringen gebruikte vastendoek. Dit doek, waarop het lijden van Christus staat afgebeeld, bedekt tijdens de vastentijd het altaar. Volgens een andere versie maakten in de Middeleeuwen minstrelen droevig nieuws publiek door middel van liederen. Ze hielden daarbij een stoffen lap omhoog waarop het verhaal in stripvorm stond zodat ook voor de moeilijke verstaander de boodschap te volgen was.

Het levenslied is van een andere orde dan de smartlap. Het overstijgt de persoonlijke emoties van de dichter of de zanger, bevat een moraal, een of meerdere levenslessen voor de toehoorder. Neem bijvoorbeeld Mensch durf te leven met zinnetjes als “Vlieg uit in de lucht, kruip niet in een kooi” en “Wees op je vierkante meter een vorst”. Het leek ons als team mooi om het liturgisch jaar, waarin we ons voortdurend bezinnen op levenslessen uit de bijbel, af te sluiten met een serie luchtige maar niet minder diepgaande muzikale levenslessen.

Rembrandt van Rijn: Saul en David – detail

Zondag 4 juni: Op zoek naar geborgenheid die in mijn hart wonen wil
Lezing Johannes 20: 19-22
Overweging door Claartje Kruijff

Wat is je levenslied? Dat is best wel een grote vraag. Het is mooi om van onze inspiratiebronnen te delen. Maar dat is soms wel makkelijker gezegd dan gedaan. Deze dienst gaat over hoe we geborgenheid kunnen vinden door aan elkaar tevoorschijn te komen. En dat gaat meestal anders dan we tevoren hadden gehoopt of bedacht. Liederen kunnen daartoe belangrijke richtingwijzers en hulpbronnen zijn. In deze dienst hoort u een wellicht voor u nog onbekend lied: One of us van Joan Osborne (1995). Tip: U kunt het eventueel thuis al beluisteren.

Zondag 11 juni: Het Hart eener Deerne
Lezing Jozua 2: 1-21
Overweging door Arjan Broers

“En ondanks heur grote zonde bleef heur hart oprecht en rein.” Drs P schreef dit lied, Het Hart eener Deerne, vol oude woorden, over een naïef kamermeisje dat in de grote stad aan lager wal raakt maar haar waardigheid bewaart. De Dominicus staat in een deel van de rosse buurt van Amsterdam. In onze tijd – maar ook veel eerder al- werken daar vrouwen met allerlei achtergronden en ervaringen. Jezus had een voorliefde voor ‘hoeren en tollenaars’. Het verhaal gaat dat een van zijn voorouders prostituee was. En zelfs als dat niet klopt: de geschiedenis van Rachab is een van die impulsen in de Bijbel om anders naar vrouwen in de prostitutie te kijken.

Zondag 18 juni: Avond
Lezing Prediker 12: 1-7
Overweging door Leontien Dekker

“En de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen. De stoelen staan te wachten op ‘t ontbijt. En de dingen in de kamer, ik zeg ze welterusten. En de dingen in de kamer zouden levenloze dingen zijn, zonder jou.” Avond van Boudewijn de Groot is een prachtige ode aan de gewone dingen om ons heen. Een mooie aanzet voor een beschouwing over de bezieling van levenloze objecten. Over de verbondenheid van de mens met alles om zich heen.

Zondag 25 juni: En todo amar y servir
Lezing 1 Korinthiërs 13
Overweging door Henk Hillenaar

‘In alle omstandigheden liefhebben en dienen’ is een aansporing die Ignatius van Loyola aan het eind van zijn Geestelijke Oefeningen geeft aan de retraitant. Die woorden zijn in heel veel levens als een soort devies blijven klinken. Sinds een jaar of twintig-dertig is dat devies een lied geworden, een levenslied : opwekkende woorden op een opwekkende melodie. Velen hoorden het voor het eerst zingen toen pater Jan van Kilsdonk in 2008 vanuit de Dominicus werd uitgevaren. Sedertdien is het niet alleen levens- maar ook lievelingslied – in ieder geval van Henk Hillenaar.

Nieuwe serie: Waanzin

In aanloop naar het Pinksterfeest richten wij ons op de geest. De geest die ook ziek kan zijn en dan behandeld moet worden. Blijft er dan nog ruimte over voor ervaringen die je mystiek kunt noemen?

Jung zei: ‘We pathologiseren omdat we niet meer weten hoe we moeten mythologiseren’.

In deze serie van drie vieringen adresseren we de waanzin niet zozeer als een geestesziekte, maar als een uitingsvorm van onze menselijke verbeelding en verlangens. Want misschien is waanzin niet alleen ziek of afwijkend, maar ook iets waar we allemaal iets van hebben. Misschien is het onderdeel van een universeel gebied in het bewustzijn, dat soms duister en onbegrijpelijk is, en soms toegankelijk via verhalen, kunst en muziek.

Carceri d’inventione di G. Battista Piranesi, XIV, (1760)

Zondag 14 mei: Demonen op hun plaats gezet
Lezing Genesis 1: 1-8 & Matteüs 8: 28-34
Overweging door Leontien Dekker

‘Er is niets tegen waanzin, zolang er maar Gods zegen op rust en er bovendien een systeem in zit’. Met deze prikkelende uitspraak van Gerard Reve komen we heel dichtbij een bijbels-theologische duiding van het bestaan van demonen en boze geesten. De theologen K. Miskotte en K. Barth wijzen ons in deze viering naar een hoopgevend perspectief op de waanzin.

Zondag 21 mei: Buiten jezelf zijn
Lezing Matteüs 4: 1-11
Overweging door Berry Vorstenbosch

We leven in een wereld waarin ‘jezelf zijn’ vaak belangrijk wordt gevonden. Maar er zijn allerlei manieren van ‘buiten jezelf zijn’, die niet allemaal per se verkeerd zijn. Bij het oranjegevoel, of als we iemand in staat van dronkenschap meemaken, kunnen we onze wenkbrauwen optrekken. Het ontstijgen van je eigen zelf, met al haar zorgen en begeerten, speelt een belangrijke rol in mystieke scholingswegen. Ook een psychose kan goede elementen bevatten, die later in het leven vruchtbaar gemaakt kunnen worden.

Zondag 28 mei: Adembenemend nieuwPinksteren
Lezing Handelingen van de apostelen 2: 1-13
Overweging door Colet van der Ven 

Er zijn wanen in soorten en maten. Mensen die denken dat ze kunnen vliegen, dat ze ledematen hebben van steen, dat ze Jezus zijn –vrij vaak- , of Wilhelmina -vrij zelden- of profeten van de eindtijd. De reactie van de omgeving is er dikwijls een van tegenspreken, ontkennen, relativeren. Zo ook de spottende opmerking n.a.v. de wonderbaarlijke verschijnselen die de leerlingen van Jezus aan den lijve ervaren; “Ze zullen wel dronken zijn”. Toch lijkt hier sprake van iets anders. Maar wat dan? We verbinden het verhaal van Pinksteren met een klassiek Jiddisch lied over een gouden pauw (‘De gouden pauw keert terug’), herschreven en gezongen door Shura Lipovsky.

Actie Samen delen voor een fijne zomervakantie

De zomervakantie komt in zicht. Een tijd om te genieten van mooi weer, om activiteiten te ondernemen die voor ontspanning zorgen, een tijd om de dagelijkse beslommeringen even achter te laten. Zo vanzelfsprekend als het klinkt, is dat niet voor elke Dominicusganger. Niet bij iedereen zijn de middelen voorhanden om in de zomervakantie een leuke activiteit te plannen. De alom gestegen prijzen maken het voor sommige Dominicusgangers nog lastiger. Om de helpende hand te kunnen reiken organiseert het Solidariteitsfonds zondag 14 en zondag 21 mei 2023 de actie “Samen delen voor een fijne zomervakantie”. De Solidariteitsfonds doet een beroep op alle Dominicusgangers die kunnen geven, om dat ruimhartig te doen.

Geven
Wilt u geven, dan is uw bijdrage welkom op rekeningnummer NL 72 INGB 0000224928 t.n.v. Solidariteitsfonds Dominicusgemeente onder vermelding van “gift vakantieactie 2023”. Elke bijdrage is welkom. Geeft u liever contant dan kan dat 14 en 21 mei ook in de bus van het Solidariteitsfonds achter in de kerk.

Ontvangen
Wilt u graag ontvangen, dan kunt u uw aanvraag ook mailen naar solidariteitsfonds@dominicusamsterdam.nl.
Uw mail gaat rechtstreeks naar het Solidariteitsfonds. Een aanvraag per mail kunt u doen tot uiterlijk dinsdag 23 mei 2023.

Hartelijke groeten namens het Solidariteitsfonds,
Wil Raeven

Bedankt!

Lieve mensen,
Verrast en ontroerd ben ik door de enorme hoeveelheid herinneringen, anekdotes, liedteksten, ontboezemingen en getuigenissen van dankbaarheid die de afgelopen weken bij mij op de deurmat vielen. Niet alleen de teksten van Huub maar ook zijn persoon blijken voor veel mensen van grote betekenis te zijn. Dat is troostrijk om te lezen. En ik kan met jullie kaarten en brieven minstens een jaar door. Leeftocht voor onderweg. Heel veel dank daarvoor!
Colet

‘Die God is te doen’

Over de visie van Huub Oosterhuis op geloven

Onderstaand interview met Huub Oosterhuis verscheen in 2000 in het tijdschrift ‘Vier in Eén’ (een samenwerkingsverband van Kerk en Vrede, de 8-Mei-Beweging, de Basisbeweging Nederland (BBN) en het WRGV (Werkverband van Religieuzen voor Gerechtigheid en Vrede)). Het is geschreven door Karin Kasdorp. We reproduceren het hier.

Wie heeft ze nooit gezongen, het Weest hier aanwezig, God in ons midden of Scheur toch de wolken weg en kom‘ ?; zijn teksten, die je hart beroeren, één harmonie met de prachtige muziek van Antoine Oomen of Tom Löwenthal. Liederen (of ‘liedjes’, zoals hij ze noemt) die in vrijwel iedere gemeente wel bekend zijn of gezongen worden. Als er iemand aan de basis van de oecumene heeft gestaan in kerkelijk Nederland, dan was het Huub Oosterhuis wel. Karin Kasdorp zocht hem op en sprak met hem over zijn drijfveren, kerkmuren en de genade van het woord.

“Ja, die liedjes zijn wel samenbindend en ze kunnen in veel kerken. Maar de roomsen weren ze, hoor.”
Hij zegt het laconiek, zoals hij ook spreekt over ‘functionele poëzie’ waar hij zich eerder letterlijk dan figuurlijk toe geroepen voelde toen hij in 1959 als surveillant op het jezuïetencollege van internaat De Esserberg in Groningen door de pater-prefect werd gevraagd ‘in godsnaam’ iets voor de jongens te schrijven. Want dat gebrom met die Latijnse gezangen, dat kon toch niet meer. Een week later werd zijn eerste ‘liedje-met-iets-van-de-bijbel-erin’ gezongen, Zolang er mensen zijn op aarde.

“Tijdens de priesteropleiding had ik filosofie gestudeerd en ik was door mijn overste naar die school in Groningen gestuurd om daar les te geven en te studeren. Via die roeping, noem het maar even zo, kwam ik in dat schrijven terecht. En ik schreef al veel, maar toen kreeg dat een toespitsing omdat het niet alleen maar om liedjes schrijven ging, het was eigenlijk ook de gedachte dat je een hele nieuwe liturgie zou moeten ontwerpen. Tegenover de Latijnse, die het niet meer haalde en tegenover een concilie dat eigenlijk om een nieuwe liturgie vroeg. En toen dacht ik, als ik dat moet gaan doen, dan moet ik als de bliksem theologie gaan studeren en dan vooral exegese. “

U hebt de Rode Hoed opgericht, dat een grensvlak wil bieden van cultuur, politiek en religie. Wat zijn uw drijfveren daartoe geweest?
Het is indertijd begonnen met de Populier, voordat de Rode Hoed werd opgericht. Via een conflict met Rome zijn we met de studentenekklesia, die in 1960 begonnen is, officieel buiten de Rooms-Katholieke Kerk komen te staan. We huurden de Amstelkerk op zondagochtend, maar er is zoveel meer te doen met een gemeente dan alleen op zondag en omdat we geen eigen vaste plek meer hadden waar we samenkwamen, heb ik een huis gekocht en dat De Populier genoemd. Die naam kreeg het omdat er in Limburg ook een kritische groep was die tegen de kerk aanrotzooide en die heette het Eikske. Het werd een trefcentrum van een paar recalcitrante groepen, dat was zo’n beetje het begin van de basisbeweging.
Nou dacht ik – en dat denk ik nog steeds – dat een gemeente een opdracht heeft die maatschappelijk relevant moet zijn. Je komt zondags bij elkaar en leest uit de bijbel, maar het gaat in die bijbel immers om pogingen om van deze aarde een iets betere wereld te maken.. En dan ben je met maatschappelijke en politieke relevantie bezig.
Dat dreef me ertoe om een podium te maken waar die politiek-relevante vragen ook gesteld worden en discussies worden gevoerd. Dat waren de vragen waarmee we begin jaren zeventig bezig waren in die Populier.

De drijfveer of leidraad daarbij was een typisch Marxistische gedachte, dat de verhoudingen omgewenteld moesten worden waarin een mens een geknecht, vernederd, vereenzaamd en veracht wezen is. Die vier woorden, die bewegen mij. Ik vind het ook een Bijbelse richtlijn – de wereld verbeteren is niet dulden dat er in je omgeving dit met mensen wordt gedaan. Nou, begin maar, op het kantoor waar je zit. De hele vrouwenemancipatie komt voort uit deze gedachte. Als je met deze woorden van Marx in je hoofd een kerkelijk vernieuwingsprogramma maar ook een programma voor een politieke partij tegen het licht houdt, dan weet je meteen of ze dingen over het hoofd hebben gezien of niet.

Ik heb gedacht dat een gemeente vanuit de bijbel geen eucharistie kan vieren en niets te zeggen heeft wanneer ze niet probeert haar levenshouding op deze woorden af te stemmen. Mensen die zondags bij elkaar komen om eucharistie te vieren, komen daar om in deze pogingen gesterkt te worden. Dat is de zin van de kerkdienst. Het specifieke van een kerkdienst is dat het probeert bemoediging, troost en inspiratie te bieden voor deze levenshouding.
De Populier heeft op die manier zo’n tien jaar gefunctioneerd en toen werden er ook veel initiatieven door niet-kerkelijke mensen overgenomen en toen is het de Balie geworden. Die concentreerde zich steeds meer op politieke vraagstukken. Ik vond dat er eind jaren tachtig op het gebied van religie en levensbeschouwing een gat was gevallen en zo is de Rode Hoed ontstaan. Daar zijn we toen met de Ekklesia ook naar toe gegaan.

In een van uw teksten zegt u: …Die ons hult in taal, opdat wij leven. Wat is de betekenis van taal volgens u?
Vouwt zijn armen over elkaar, tuurt door het raam en wrijft dan met zijn hand langs zijn nek. “Ja, alles natuurlijk he. Taal is de definitie van menszijn. Want alles is taal. Je wordt geboren in de taal. Het is de ruimte waarin je leeft. Taal is zowel het middel waardoor je dingen zegt als de bron waaruit je de dingen zegt. De bijbel begint dan ook met: en God sprak…. Met taal kun je alles zeggen. Iedereen kan alles zeggen.”

Is dat zo? Hoe komt het dan dat veel mystici het, als zij iets over het Goddelijke en over waarheid proberen te zeggen, zonder uitzondering te kampen hebben met het probleem dat ze het niet in taal kunnen vatten?
“Ja, dat geloof ik ook niet helemaal. Ik ben niet zo van dat onuitsprekelijke en onzegbare. Sommige religieuze mensen zeggen: Ja, God is onzegbaar, maar in de Bijbel is God helemaal niet onuitsprekelijk. Er wordt precies gezegd wat wel en wat niet God is. Dat is niet zomaar een God, het is een heel specifieke God met een hele eigen naam. En over die God kun je een heleboel zeggen.
Het menszijn is gegrondvest in de taal. Dat er onuitsprekelijkheden bestaan is natuurlijk wel waar, maar het is een typisch foefje geweest van een heleboel dichters om te verzuchten dat het dan zo onuitsprekelijk was, maar dan dacht ik: dat jij het niet kunt uitspreken wil nog niet zeggen dat het onuitsprekelijk is. Ik kan ook wel een aantal dingen niet zeggen, maar daarmee is het nog niet onzegbaar.

Wat is uw inspiratiebron?
De Bijbelverhalen. Maar het schrijven gaat niet vanzelf. Het zit er zo ingebakken om iets te doen met wat ik in de Bijbel lees, maar het begint ermee dat je het wil. Het komt niet aangewaaid. Er zijn tijden geweest dat ik dacht We kunnen helemaal niet zingen wat we geloven en dan is dat een reden om te gaan schrijven.

Ik citeer uit een redevoering ‘De genade van het woord’ die u in januari hield “Die God van Mozes en Jezus, die afdaalt, stuurt….bestaat die echt? Het is een niet-te-geloven-kwestie. Ik wil het geloven – ik hoop het”. Gelooft u in een God?
Nou, dat weet ik niet. Ik lees de Bijbel en ik kom daar God tegen. Wat ik daar zeg is dat de God die we daar tegenkomen en waar zoveel tegenstrijdige dingen over worden gezegd, bestaat die God, zoals jij daar zit? Zo echt, zoals die brug daar buiten? Dat weet je toch niet, daar heb je toch nog nooit een antwoord op gehad. En dan roept er iemand: Ja, maar ik heb God ervaren, en dan zeg ik: ja, maar ik niet.
Wat ik ervaar is dat dat verhaal mij niet loslaat. Dat dat het begin en het einde is van wat mij niet loslaat en dat ik zie dat er mensen zijn die er zo door gemotiveerd worden, dat ze die God doen in hun verhaal. Dat wil zeggen navolgen. Je kunt God doen. Een ander brood en kleding geven, dát. Dat is dus navolging. Een merkwaardige God, die God is te doen. Je kunt het volbrengen.
Nou, ik zie mensen dat doen. En meer is er niet. Ik geloof in dat verhaal over menselijke waardigheid dan dat. Ik geloof dat er geen andere weg is. Dat grote socialistische verhaal speelt zich af binnen dit verhaal. En zo denk ik erover.

Uit: De genade van het woord
Dat je een zeker taalvermogen hebt, dat het je aangeboren is, dat noem ik geen genade-van-het-woord. Dat anderen zich in je woorden herkennen, dat een ander zich bedienen kan van de woorden die jij hebt gevonden, geordend en geladen, dat noem ik de genade van het woord.

U hebt best een bijdrage geleverd aan de oecumene. Juist omdat uw liederen niet gebaseerd zijn op dogma’s, maar dieper gaan, naar de bron. Kennelijk zijn juist die liederen zo samenbindend, omdat ze teruggrijpen op de bron.
“Het is niet aan mij om dat te beoordelen. Maar ik vond de taal van protestante zijde veel te veel de Tale Kanaäns en kon daar niet zoveel mee. Ik heb geprobeerd daar een andere invulling aan te geven.”

Hoe kijkt u aan tegen het oecumenische proces?
Wrijft langs z’n neus en buigt naar voren. “Tja, ze moeten opschieten he. Ik vraag me wel eens af wat mensen, die werkelijk in het evangelie willen staan, nu nog kan weerhouden om het samen te doen? De vraag is natuurlijk of ze dat wel willen en of de kerken dat wel willen. Er zijn natuurlijk ook kerken die allang hebben uitgemaakt hoe zij dat evangelie willen interpreteren. Ik denk trouwens dat ook veel oecumene zich buiten de kerk afspeelt.
Per definitie zijn veel kerken verstard. Mensen moeten het daarom aandurven de grenzen die kerken stellen, te overschrijden. Er komen hier wel eens mensen in de Ekklesia vragen of wij hier avondmaal vieren, en hieraan mee willen doen. Ze vragen zich dan af of dat wel mag. Ja, natuurlijk. Maar ik vind wel dat je goed moet uitleggen wat je bedoelt met het uitdelen van brood en wijn. Dat dat te maken heeft met het visioen van gerechtigheid en de inzet daarvoor. Dat is de betekenis van het avondmaal: samen delen en doen van gerechtigheid.

Afscheid Huub Oosterhuis

De afscheidsdienst van Huub Oosterhuis vond plaats op zaterdag 15 april om 14.00 uur in de Westerkerk, Amsterdam. Vanaf zondag 23/4/2023 11:00u is de dienst terug te zien via: https://www.youtube.com/@huuboosterhuisofficial

In de Dominicus hebben we aansluitend op de dienst van 16/4 als afscheid, blijk van dank en eerbetoon, samen enkele van zijn liederen gezongen.

In Memoriam Huub Oosterhuis

Als men het in de Middeleeuwen over ‘de filosoof’ had, bedoelde men Aristoteles. Als wij het in de Dominicus over ‘de dichter’ hebben, dan gaat het over Huub Oosterhuis.

Foto: Ekklesia Amsterdam

Niet alleen de meeste liederen die we in de Dominicus zingen zijn door hem geschreven, ook de taal die we gebruiken in het bidden en spreken is door hem gekleurd. Huub Oosterhuis legde het fundament voor de Dominicus door eind jaren zestig met Bernard Huijbers als componist iets nieuws te beginnen: volwaardige liturgische muziek in het Nederlands.

Wat zo razend knap is aan zijn teksten is de verbinding van lagen. Van een hele intieme persoonlijke beleving van het heilige tot een profetische en sociaal betrokken geloof; van teder tot woedend; diep traditioneel en helemaal van nu.

Huub was een monumentale man. Hij stierf nadat zijn dochter Trijntje in onze kerk zijn liederen had gezongen, op de middag van Pasen. Hij volgde dit concert nog volgde via de livestream.

Wij zingen Huub Oosterhuis in ere, tot in lengte van dagen. En bidden dat hij in Licht mag staan.
Zijn uitvaartdienst is na te zien via: https://www.youtube.com/@huuboosterhuisofficial

De Dominicus is bepaald niet de enige kerk waarin zijn liederen gezongen zullen blijven worden. Bovendien zijn, mede door zijn dochter Trijntje en zoon Tjeerd, sommige van zijn liederen inmiddels ook bekend als liefdespoëzie. Wat geschreven werd voor de relatie tussen God en mens wordt ook verstaan door menselijke geliefden – helemaal in de traditie van de minnemystici in de twaalfde eeuw trouwens.

In onze kerk is Huubs weduwe Colet van der Ven actief, als lid van het liturgisch team, geliefd prediker en betrokken kerkganger. We staan om haar heen. Misschien kunnen we dat laten merken door haar te schrijven, een handgeschreven briefje met misschien één zin van Huub Oosterhuis erin die je bij je draagt, of een dierbare herinnering. Stuur het naar het secretariaat, dan zorgen wij dat het bij haar komt, als het stiller wordt.

Namens de mensen van de Dominicus,
Eva Martens en Arjan Broers, pastores

Oproep LT: nieuwe serie’s 2023-2024

Begin juni gaat het Liturgisch Team een dag bij elkaar zitten. Dat doen wij jaarlijks om ideeën op te doen voor de series voor het navolgende jaar.
Heeft u wensen voor een serie over een bepaald thema? Heeft u iets gemist? Heeft u een idee voor een serie?
Dan mag u dit aanleveren voor 15 mei bij het secretariaat.
Alle aangeleverde ideeën nemen wij mee in onze bespreking!
Namens het Liturgisch Team,
Alle van Steenis (voorzitter LT)

Contact: secretariaat@dominicusamsterdam.nl

Nieuwe Serie: Nu ben ik alleen

Serie Monologen
Een monoloog is in het theater meestal een gesproken tekst waarbij maar één acteur op het toneel is. Een monoloog spreekt vanuit de binnenwereld, deelt met het publiek wat niet met de andere personages kan worden gedeeld. Zo kan een monoloog ook een brug zijn voor het publiek: wat wij van binnen voelen, maar tegen niemand kunnen zeggen wordt onthuld.
‘Nu ben ik alleen’, zegt Hamlet in Shakespeares beroemde toneelstuk, als verder iedereen het toneel heeft verlaten. Hij spreekt tegen zichzelf – of tegen het publiek – over zijn ware gevoelens: zijn verlangen de moord op zijn vader te wreken en over hoe hij zijn eigen lafheid veracht dat hij het nog niet gedaan heeft. Zo pratend verandert zijn gemoed en beraamt hij een plan dat alleen het publiek kent. Hamlets woorden geven stem aan de listige, wraakzuchtige stem in onszelf, hoe keurig en braaf we aan de buitenkant ook zijn.
Bijbelverhalen vertellen bijna nooit over de psychologie van de personages. Achter één zin gaat soms een wereld schuil. Wat gebeurt er als we stem geven aan de binnenkant van Bijbelse figuren? Wat als de vrouwen die een – vaak naamloze – figurantenrol spelen in het grote verhaal ons deelgenoot konden maken van hun beleving, hun geheimen, van hun geloof? Wat als de slechterik het woord krijgt en zijn kant van het verhaal belicht?
In deze serie werken theatermakers en acteurs mee. De vieringen hebben in plaats van een overweging een monoloog.

‘Vashti refuses the King’s summons’, © Edwin Long 1879

Zondag 16 april: Koningin Wasti
Lezing: Ester 1: 10-18
Tekst: Esther van Steenis. Spel: Astrid van Eck

Koningin Wasti was de eerste vrouw van de oneindig rijke Perzische koning Ahasveros. Op de zevende dag van een feest dat hij gaf, vroeg hij haar haar schoonheid te komen tonen. Zij weigerde en werd daarom door hem verstoten.
We leven in een wereld waarin het voor vrouwen niet makkelijk is om ‘nee’ te zeggen. Als een vrouw weigert of voor zichzelf kiest kan dat zomaar haar einde betekenen. Ook nu nog. Een innerlijke monoloog van de mens die voor haarzelf kiest; ondanks de belachelijke gevolgen.

Zondag 23 april: Noahs vrouw
Lezing: Genesis 8: 15-19, 9: 8-16
Tekst en spel: Eva Martens. Regie: Puck van Dijk

‘Het is niet dat ik niet zag dat het slecht ging. Dat ik hem kwijtraakte, met zijn dromen en zijn grote project. Ik leefde. Hij niet. Ik geloofde niet dat het zover zou komen. Toen kwam de regen.’
De vrouw van Noach is niet rechtvaardig als Noach. Zij is niet nuttig als de dieren of hun zonen en vrouwen, die de aarde opnieuw moeten gaan bevolken. Noach en zijn vrouw zijn al oud als ze de ark in gaan. Naäma, zoals zij in de traditie wordt genoemd, mag mee op de ark en wordt van de grote vloed gered, terwijl ze het niet verdiend heeft en ook geen belofte draagt voor de nieuwe wereld waar ze deel van uit mag gaan maken. Of toch wel?

Zondag 30 april: Maria Magdalena
Lezing: Johannes 20: 11-18
Tekst: Alexandra Broeder. Spel: Alexandra Greidanus

De bekende woorden ‘noli me tangere’, die Jezus tegen Maria Magdalena zeg na zijn verrijzenis, kunnen zowel vertaald worden als ‘raak me niet aan’ of ‘houd me niet vast’.
Hoe kunnen wij liefhebben?
Hoe kunnen wij verbinden zonder onszelf te verliezen? Zonder de ander vast te willen houden om een leegte in onszelf op te vullen?
In deze monoloog is niet Jezus maar Maria Magdalena de leraar. Haar krachtige en liefdevolle boodschap wordt vertolkt door de 12-jarige performer Alexandra Greidanus.

Zondag 7 mei: Judas
Lezing: Johannes 13: 12-38
Tekst: Arjan Broers. Spel: Patrick Nederkoorn

Is er iemand in de geschiedenis meer verketterd dan Judas Iskariot? De verrader, die een van de twaalf leerlingen was en degene werd die Jezus uitleverde. Dat deed hij met een kus en hij werd ervoor betaald, wat onthulde hoe verdorven en corrupt hij was.
Vandaag kan hij eindelijk vrijuit spreken. ‘Ben ik echt zo anders dan jij?’ En: ‘Wie heeft zich hier nou opgeofferd?’