foto-links

raamdom-gr

Namen voor Jezus – terugblik

Een korte terugblik van overwegingen gehouden in de Dominicus. Negentwintig namen:een zoektocht naar metaforen die een ruimte scheppen, waarin bevrijding, gerechtigheid en liefde gedijen. Wie is de Komende die wij verwachten? Jezus, icoon van de onzichtbare God. Overwegingen van André Wesche, Juut Meijer, Gerard Swüste, Henk Hillenaar, Claartje Kruijff en Niek Schuman.

Als een vreemdeling die zachtjes klopt op onze deur, zo gaat Jezus, de Gezalfde, de Messias, rond in onze wereld, in ons bestaan. Wie durft zijn veilige en vertrouwde wereld open te doen en de ontmoeting aan te gaan? Jesaja vertelt ons dat er geen wolf, panter, leeuw, beer of slang voor de deur staat, maar dat er een nieuwe wereld op aanbreken staat, dat het paradijs van verbondenheid eraan komt hier op aarde. En hoe ziet dat eruit? – André Wesche in zijn overweging VREEMDE, ONGRIJPBAAR ANDERS.

Ook ‘bruidegom’ is een naam voor Jezus. Of is het eerder het lang verwachte koninkrijk Gods dat ‘als een bruiloft is’ is? Waar een bruidegom niets is zonder bruid (m/v) en ieder zich op tijd klaar moet maken. En wie zorgen er voor de entourage, het licht en het feest? Jezus vertelt dit verhaal over een omhelzing tussen hemel en aarde die alleen mogelijk is als mensen zich voorbereiden. – Juut Meijer in haar overweging BRUIDEGOM

Eerlijk gezegd, van al die 29 namen die Huub Oosterhuis in zijn lied aan Jezus heeft toegedicht, vind ik ‘deur open’ op afstand de meest prozaïsche. Niet Jezus als een beschermende herder, een veelbetekenend woord, een droom van een mens, maar een plank die open en dicht kan, waar je in en uit en doorheen kunt. In de lezing van vandaag is het niet eens de deur van een paleis of een monumentaal pand. Het is de deur van een stal, een schapenstal. Je kunt je afvragen: is dit nu wel een geschikt beeld voor Jezus van Nazareth, een mens van wie we zingen dat we hem achterna willen?  – Gerard Swüste in zijn overweging DEUR OPEN

In het evangelie van Kerstmis – ‘In den beginne was het woord ‘ – verschijnt Jezus als Woord van God, als de mens door wie God tot ons spreekt. Johannes laat daarna Jezus zelf ook zeggen wie Hij is, in zeven ‘Ik ben’ woorden, waarvan het prachtige: ‘Ik ben de ware wijnstok’ het laatste is : Wij mogen geënt zijn op deze mens, deze Messias, als ranken op een wijnstok. Wat kan dit beeld, deze naam van Jezus, vandaag nog voor ons betekenen? – Lees meer van Henk Hillenaar IK BEN DE WARE WIJNSTOK

Als je wilt leven vanuit een grotere verbondenheid dan vergt dat moed. Om de teugels te laten vie- ren en om de controle los te laten. Om met nieuwe ogen te durven kijken naar een ander en naar jezelf en je eigen situatie. En je weet niet altijd wat je ergens voor terugkrijgt of waar een situatie op uit zal lopen. Dat kan spannend voelen, eng zelfs. – Claartje Kruijff in haar overweging MORGENSTER

Toen ik werd uitgenodigd om mee te doen in de serie ‘Namen voor Jezus’, was ik daar dubbel blij mee.. In het lied ‘Namen voor Jezus van Nazareth’ is de derde naam: ‘Jood’. Nu, dat wás hij, Jezus. Anderen gingen verder. ‘Koning der Joden’ noemden ze hem en de meesten moesten dan erg lachen, want het sloeg nergens op – behalve op een spottend tekstje bovenaan het kruis. Toch waren er anderen, vreemd uitgedoste lieden uit het oplichtende Oosten, die het serieus namen. Hun grootste geschenk, toen en nu, bestaat hierin dat zij (via Matteüs) ons de weg wijzen. – Lees de volledige overweging van Henk Hillenaar KONING DER JODEN

 

Ik wil een taal spreken die toegankelijk is én ons verbindt én overstijgt

Interview met Mirjam Wolthuis.

Naar aanleiding van haar vertrek als pastor en voorganger had Joanne Kruijswijk Jansen voor de Dominicuskrant een interview met Mirjam Wolthuis, waarin ze terugkijkt op al die ervaringen van 20 jaar Dominicus en vooruitblikt naar haar nieuwe baan als Coördinator Religieus Leven in Klooster Alverna in Aerdenhout.

De webredactie heeft enkele gedeelten uit dit zeer openhartige interview met toestemming overgenomen. Het is zeer de moeite waard om het hele interview te lezen. Het juni-nummer van de Dominicuskrant is nog te koop in de kerk.

Op de vraag hoe het nu voor haar is, nadat ze haar vertrek aangekondigd had en met de laatste weken bezig is, antwoordt Mirjam:

“Het verandert doordat het zo lang duurt, er is tijd om afscheid te nemen. In het begin toen ik net die nieuwe baan geaccepteerd had en het begon te vertellen, was het heel beladen voor me. Alsof het besluit dat ik genomen had toch nog niet helemaal echt was. Gaandeweg ga ik aan het idee van weggaan bij de Dominicus wennen en daagt ook het besef dat het goed voor mij kan zijn, en misschien ook voor de Dominicus. Frisse wind. Maar het is wel een soort rouwproces met al de fasen die erbij horen. Langzamerhand merk ik dat ik me ga verenigen met mijn vertrekverhaal”.

Heb jij een idee van wat je hebt bijgedragen? vraagt Joanne haar, en Mirjam antwoordt:

“Het is niet zo dat er een erfenis ligt die je als een tastbaar pakketje kunt uitpakken” zegt Mirjam. “Als pastor ben je deel van een groter geheel, dat je meedraagt en vormgeeft. Ik hoor van veel mensen terug ‘het zit in de presentie, het er zijn, de trouw, een betrouwbaar gezicht’. Dat herken ik en dat besef ik ook. Als pastor zorg je dat de gemeente zich tot elkaar verhoudt, dat het een geheel blijft. Je helpt om het cement te maken tussen de mensen.”

Wat Mirjam ook belangrijk vond was om als Dominicus steeds weer naar buiten te treden. De buurt uitnodigen, artikelen schrijven, presentaties houden, elders preken, maar ook het oprichten van een landelijk netwerk van geloofsgemeenschappen als de onze. Zo bestaat er sinds 2012 het samenwerkingsverband ‘2of3bijEEN’, een netwerk van geloofsgemeenschappen in onafhankelijke en vrije opstelling. Dat kwam voort uit de brochure ‘Kerk en Ambt’, geschreven door enkele Dominicanen, waaronder Jan Nieuwenhuis, en de grote bijeenkomst die we toen organiseerden. De jaren daarna is met vallen en opstaan naar manieren gezocht om alle geloofsgemeenschappen, die zoals de Dominicus en de Ekklesia in vrije opstelling functioneren, met elkaar te verbinden.

Mirjam wordt ‘coördinator religieus leven’, bij de zusters van Alverna, en ze vertelt wat dat inhoudt: “dat ik behartig wat zij als gemeenschap, nu hun werk helemaal is overgenomen door de samenleving en de grond onder hun voeten figuurlijk kleiner wordt, dat ik die grond als het ware bewerk, omploeg en bevrucht, zodat zij weten ‘het is goed wat wij gedaan hebben’. Helpen hun geestelijk testament te schrijven, hen bewust maken van wat zij betekend hebben. Ze mogen ook weten dat het niet alleen gaat om wat ze gedaan hebben, maar ook om wat ze nu nog zijn. Want ze zijn er! En hoe doe je dat dan, reik je nog naar buiten? Trek je je terug naar binnen? Of leef je nog in de beweging, het leven, blijf je in de wereld staan? Op al die vlakken spelen, zo vermoed ik, vragen. De laatste levensfase van de mens en ook die van een instelling kan een tijd van oogsten zijn door het opdelven van wat je hebt verworven in het leven.”

Je gaat dus zorgen dat de zusters oog krijgen voor die oogst?, zo concludeert Joanne. “Ja, daar wil ik aan bijdragen. Maar concreter is het nog niet. Er is een pastor voor de zielzorg en de liturgie, dus dat is niet aan mij. Misschien zal ik weleens een uitvaart moeten doen, maar het is niet mijn directe taak. Ik ben er voor het immateriële, een andere leken-collega behartigt de materiële zaken. Het vraagt dat ik de spiritualiteit die daar te vinden is, versta en die verbind met mijn eigen beleving. Dat gaat vast wel lukken, uit ervaring weet ik dat ik met iedereen in gesprek kan komen.”

Tenslotte vraagt Joanne wat Mirjam ons als Dominicus zou willen toewensen?

“Steeds weer openstaan voor wat er leeft. Een grote openheid, Openheid dus, zoals we die probeerden op te porren tijdens de tweede fase van het Blikopenerproject. Dat we niet vasthouden uit angst voor het onbekende. Dat we meebewegen met de tijd en die dynamiek steeds weer tot (on-)rust laten komen in het verlangen naar èn het vertrouwen op een nieuwe wereld. Ik hoop dat de Dominicus die inspirerende plek blijft, hartje Amsterdam, waar je aangesproken wordt en kunt bijtanken. Dat is in het vieren, in de liturgie. Het vieren van de zondag, dat is en blijft de kern. Dat je een plek blijft aanbieden waar gemeenschap wordt ervaren, waar je thuis mag zijn. Een plek waarvoor de mensen hun huis uitgaan, een plek die er altijd is, elke zondag om elf uur.” Het is ook een plek waar Mirjam zelf graag was en weer zal zijn: “ Over een tijdje schuif ik graag weer aan, hoor, als Dominicusganger.”

Dit is slechts een gedeelte van een interview, dat verscheen in het juni-nummer van de Dominicuskrant. Op zondag 19 juni neemt Mirjam officieel afscheid. Informatie daarover vindt u elders op deze site.

 

Voorbeden en Zegen door Jannet Delver

uitgesproken zondag 5 juni 2016

Gezegend zijt Gij, onze God, met uw Heilige Geest (herder der ziel),
die mensen voedt en draagt in uw liefde:

voor mensen hier en waar ook ter wereld die steun zoeken,
omdat ze leven in een storm van angst en zorg,
omdat ze eenzaam zijn,
omdat ze vermoeid zijn,
onzeker over hun toekomst,
voor hen bidden wij: voedt Gij hen met uw Licht en draagt Gij hen in uw liefde.


voor mensen die in rouw zijn,
voor al die mensen die zoeken niet weten waar te gaan,
voor mensen die in nood verkeren,
verdreven door de oorlog, zonder huis, zonder bescherming
voor mensen in oorlog met zichzelf,
voor mensen die lijden aan verwarring, of haat
die lijden onder de terreur van anderen,
voor mensen die tekort gedaan zijn
voor hen bidden wij: voedt Gij hen met uw Licht en draagt Gij hen in uw liefde.

voor de sterken onder ons bidden wij, die volhouden, ondanks alles,
voor mensen die bruggen bouwen over de lege plaatsen naast hen,
ja, voor alle namen die wij meedragen in ons hart,
bidden wij in stilte…
voedt Gij hen, voedt Gij ons allen met uw Licht en draagt Gij ons in uw liefde.
Moge het dan zo zijn.

Zegen.

Wij zijn hier bij elkaar oud voor jong, jong voor oud, sterk voor zwak
en zwak voor sterk.
om te herinneren en te bewaren
zodadelijk gaan wij weer naar de afdeling, naar onze eigen plek, de
wereld tegemoet.

Laten wij ons daarin gezegend weten:

De zegen van de Eeuwige onze God, die zich noemen laat IkZal Er Zijn voor jou,
zal u behoeden op de weg die u gaat,
zal het aangezicht over u lichten in genade en barmhartigheid
zal het aangezicht verheffen over u en u vrede geven.

Amen

Voorbeden en Zegen

Uitgesproken door Annewieke Vroom op zondag 3 januari.

 

Levende God

Wij danken u voor de warmte en kracht die wij ontvangen hebben

Van een vriend – een geliefde

van een ouder – een kind

voor de warmte en kracht van een dier – van een onbekende

van iemand die wij niet opgemerkt hebben

Wij vragen u – blijf ons verwarmen en bekrachtigen

 

Levende God

Wij vragen u – laat ons bronnen van warmte en kracht zijn

voor een vriend – een geliefde

voor een ouder – een kind

voor een dier – voor een onbekende

voor iemand die wij niet opgemerkt hebben

en voor u

Hier nu, zoals wij hier zitten, en alle dagen van ons leven

 

Levende God

Wij erkennen dat wij vaak onhandig zijn, onwillig, afgeleid

In ons denken en ons doen

Wij vragen u – breng op ons pad wat wij van harte doen

Wij vragen u – blaas ons handelen leven in,

dag na dag

 

Levende God

In het bijzonder staan wij stil bij hen die gebroken en verlaten zijn

Maak deze wereld heel – totdat er overal handen van liefde werken

En niemand meer verloren gaat aan pijn, haat, geweld en onmacht

Geef wijsheid aan diegenen die invloed hebben

Breng de juiste mensen op de juiste plaats

Breng onze kracht en liefde in de buurt van waar ze vermeerderen

Geef ons de levensvreugde die duisternis verdrijft

 

En in stilte openen wij ons hart voor U

 

(Stilte)

Amen

 

Zegen

 

De Levende zegent ons en maakt ons tot duizend van haar handen.

Zij waakt bij ons en vult ons met kracht.

ZACHTMOEDIGHEID EN KRACHT serie januari/februari 2016

Er worden nieuwe woonconcepten ontwikkeld. Iets tussen een hotelkamer en een tijdelijk appartement in. Waar je in en uit kan vliegen. Overal ter wereld. Er komt een hele nieuwe beweging op gang: The New Nomads. Flexibele mensen zonder vaste verbanden. Waar je werkt of neerstrijkt; het maakt niet zo veel uit. En het levert creativiteit op, er ontstaan nieuwe kruisbestuivingen dwars door culturele verschillen heen. Maar de nomaden van vroeger trokken intens met elkaar op – en wij doen veel alleen. De flexibele wereld hebben wij in de vorige eeuw ingezet.

Het EYE-museum vertoonde onlangs een serie over Japanse films. Daar draaide de film Tokyo Story, een hit in de jaren ’50. Opa en oma uit het platteland bezoeken de kinderen. Na een dag treinen zijn ze in Tokyo. ‘Wat ben je er snel’, zegt de vrouw verheugd. De kinderen hebben het druk, ze schenken hun ouders wat daagjes aan zee. Alleen de schoondochter, weduwe van een zoon, maakt echt ruimte. (De single: de hoeksteen van de samenleving?) Kort daarna sterft de vrouw. De kinderen hebben spijt. En nu kan opa wel wat troost gebruiken. Maar – de stad roept alweer. De kinderen willen iets van hun leven maken – en er is een honkbalwedstrijd. Voor jezelf kiezen is ook belangrijk. Maar waartoe?

Welke lijnen helpen wij doortrekken, naar de volgende generatie? Waar willen wij verblijven, wat voor huis maken wij? Een belangrijke christelijke waarde is zachtmoedigheid. Hoe verhoudt die waarde zich tot ‘je eigen leven ontwerpen’? In de praktijk lijken competitie en werkdruk te dwingen tot ‘scherpe keuzes maken’ – soms met een elleboog erbij. Gaan wij een andere weg? En leren wij onze kinderen niet de ‘fool’s compassion’: de zachtmoedigheid van de deurmat? Of maken wij ze liever een beetje hard; dat doen de anderen immers ook.

Hoe houd je hart in dit soms wel wat duistere landschap? (Zie afbeelding). Hoe ben je op een zachtmoedige manier krachtig of op een krachtige manier zachtmoedig?

Een serie diensten over zachtmoedigheid en kracht

download hier de folder Zachtmoedigheid en kracht

3 Januari 2016. Twee zachtmoedigen: Lingzhao en de Samaritaan. Annewieke Vroom

10 Januari 2016. Heb jezelf lief als je naaste. Claartje Kruijff

17 Januari 2016. Met zachte hand. Mirjam Wolthuis (Doopdienst)

24 Januari 2016. Tussen naastenliefde en eigenbelang; over geven en ontvangen. Agnes Grond

31 Januari 2016. De zachtmoedigheid en kracht van de Godin. André Wesche

7 Februari 2016. Koers houden. Henk Hillenaar

Jim Dine: The Little Heart in the Landscape. 1991. MoMA New York.

Jim Dine: The Little Heart in the Landscape. 1991. MoMA New York. 

Terugblik: Overal zijt Gij onzichtbaar gegeven

Een overzicht van de toespraken in deze serie rondom ‘Overal zijt Gij onzichtbaar gegeven’. Een serie waarbij in de Dominicus geprobeerd werd stil te staan, in bewondering en verwondering, met woord en zang en in stilte, bij die elementen en bij onze zintuigen als de plaatsen waar de geest werkzaam is en zich toont.

Wanneer wij bereid zijn de voeten te wassen van vele anderen, als van onze gelijken, zullen wij ook die ene ander naar wiens lichaam wij verlangen niet gebruiken, maar met hem of haar werkelijk liefde en leven delen.
Henk Hillenaar in zijn overweging Onzichtbaar aanwezig waar mensen elkaar aanraken

Het profetische vuur waarvan de Bijbel getuigt, kan ons helpen onderscheid te maken, door met inzicht en aandachtig waar te nemen wát het is, in onszelf en buiten onszelf, dat werkelijk tot leven voert: wat werkelijk menselijk is en wat niet. (…) Dat vuur dragen we met ons mee, wat we ook meemaken of doorstaan, hoezeer we ook de leegte voelen. We houden het vooral brandend als we het aan elkaar doorgeven, in het enthousiasme waarmee we ons werk doen, waarmee we zingen in een koor, mooie dingen maken, zorgen voor de schoonheid in de wereld, liefde geven, recht doen. Zo kan het vuur niet alleen onderscheidend zijn, maar ook verbindend en verenigend. Het is de potentie van het vuur dat het alles en iedereen meeneemt in de beweging van liefde naar God toe.
Germain Creyghton in zijn overweging Wie weet waar ooit het vuur begon?

Van de zomer op de fiets door het Gaasterland aan de zuidkust van Friesland, was er eindeloze lucht om mij heen en leek het alsof er alleen maar ruimte was. Ruimte die vrijheid, lichtheid en adem geeft.Met de armen wijd en mijn ogen omhoog zoog ik die onpeilbare wijdsheid in me op. Onbekommerd deel van een groter geheel. Zo zou ik me elke dag wel willen voelen. In een soort zorgeloze balans tussen er helemaal zijn aan de ene kant en niet uitmaken of ik ertoe doe met mijn leven hier op aarde aan de andere kant. In balans. Adem in en adem uit. Het is goed zoals het is.  
Mirjam Wolthuis in haar overweging Overal zijt Gij onzichtbaar gegeven

Wij zijn water. Water is een bron, een rivier, een zee. De kern van water is dat het kolkt stroom, vliet, vloeit, bruist. Welt uit de bron. Sitlstaand water is brak en dood. Water is worden. Beweging, verandering, transformatie maar ook: nieuw begin. In talloze scheppingsverhalen ontstaat leven uit water. Psychoanalytici – althans sommigen onder hen menen dat wanneer we dromen van oceanen of meren, het onbewuste zich roert. Dat is als het water zelf. We zien de oppervlakte, maar kennen niet de onmetelijke diepte die eronder verborgen ligt.
Colet van der Ven in haar overweging Water

Het is altijd weer die vraag: hebben we in de liturgie alleen mooie woorden of doen we er hier of elders ook iets mee? Stralen we iets uit? Op zoiets moet Paulus ook doelen als hij de inwoners in Korinthe oproept tot de goede geur van Jezus Messias. Die geur was kennelijk zoek. Ook reuk kan zoals Toon Telligen zegt, misschien wel breken, of je kunt te lang dezelfde geur nalopen, je blindstaren op jouw ene waarheid, dat het zo alleen kan zijn. En voor je het weet kom je dan in een kwade reuk te staan. We weten niet veel van wat daar in het multiculturele Korinthe aan de hand was. Wel dat de eenheid zoek was. Tussen christenen onderling en tussen christenen en anderen. Onenigheid alom – over levenswijze, de liefde onderling.
Juut Meijer in haar overweging Onzichtbaar gegeven in geur en smaak

Alle overwegingen, toespraken gehouden in de Dominicus staan zo snel mogelijk op onze website. Je leest ze hier.

Colet van der Ven over ‘De wortels van het kwaad’

Op de eerste maandag in de veertigdagentijd geeft Colet van der Ven een toelichting bij het thema dat deze periode centraal staat in de vieringen. De dag ervoor hield zij een overweging over de kennis van goed en kwaad, die hier is te lezen.

Door: Carla van der Heijden

Colet vertelt aan de aanwezigen dat ze al 30 jaar bezig is met het kwaad. Tijdens haar studie liep ze stage in de jeugdgevangenis en daar moest ze persoonlijkheidsonderzoeken doen in opdracht van de rechters, die zo het gevaar van recidive wilden kunnen inschatten. De fascinatie voor het kwaad heeft haar daarna nooit meer losgelaten en ze heeft er vele artikelen en een boek over gepubliceerd. In een serie in Trouw interviewde ze daders, denkers en slachtoffers. Over enige tijd zal er een nieuw boek verschijnen. Een belangrijke vraag die daarin besproken wordt is: Wat maakt dat mensen grensoverschrijdend gedrag vertonen en geweld gebruiken en waarom verliezen mensen hun menselijkheid. Een andere vraag is hoe wij onszelf en anderen tegen het kwaad kunnen beschermen.

Als we het kwaad nader onderzoeken, ontdekken we dat er een veelvoud van factoren aan ten grondslag ligt, op individueel, psychosociaal en maatschappelijk gebied. Op individueel gebied gaat het dan onder meer om de angst nergens bij te horen, angst voor autoriteit of om krenking. Ook gebrek aan liefde en goede rolmodellen of ideologische verblinding kan maken dat iemand ontspoort. Onder psychosociale factoren rekenen we groepsdruk en het focussen op kleine verschillen die bepalend zijn voor de identiteit. Op maatschappelijk gebied kan afwezigheid van democratische structuren en gebrek aan tegenspraak maken dat mensen tot geweld overgaan. Daarbij zien we, in het klein en in het groot, een samenhang tussen seksueel en ander geweld. In oorlogen komen verkrachtingen veelvuldig voor. Men treft de vijand daar waar die het hardste getroffen kan worden.
Om het kwade te overwinnen moeten we op al deze drie niveaus de bronnen van tegenkracht, van het goede, beschermen. Op individueel niveau is een kritische zelfanalyse, een innerlijk gesprek, noodzakelijk, evenals het aanbieden van kunst en cultuur als verbeelding en verwoording van dromen en idealen. Op psychosociaal niveau gaat het om het stimuleren van burgerlijke ongehoorzaamheid: het leren NEE te durven zeggen. Op maatschappelijk gebied hebben we instituties die ons moeten beschermen in het leven geroepen, zoals de rechten van de mens en het strafhof.

Daarna leest Colet een eerder gepubliceerd artikel voor over de verwevenheid van taal en geweld. Ze stelt dat waar de taal vervuilt, ook het denken vervuilt en omgekeerd. Woorden verwijzen niet alleen naar de werkelijkheid, maar creëren die op hun beurt ook. Taal is niet onschuldig. Woorden kunnen uitingen van haat en geweld oproepen. Taal biedt het kwaad ook een helpende hand door woorden aan te reiken die de gruwelijkheid van de situatie maskeren, aldus Colet, en ze illustreert dat met voorbeelden uit oorlogssituaties. Zo werd ‘martelen’ een ‘edele tak van sport’ genoemd en met ‘susan’ werd de machine die elektrische schokken gaf aangeduid en verhoord worden aan die machine heette ‘praten met susan’. Bovendien moeten misdaden een naam hebben alvorens ze kunnen bestaan. Het woord ‘genocide’ werd in 1944 geconstrueerd om het vermoorden van grote aantallen mensen aan te duiden, waarmee dat wat al bezig was een naam kreeg en realiteit werd.

Bij de vragen van de aanwezigen kwam aan de orde of de neiging tot het kwade niet samenhangt met het mens-zijn en of we zonder die neiging wel zouden kunnen leven. Biedt het kwade niet ook ontwikkeling en dynamiek en is het dus nodig? Dat is maar de vraag, antwoordt Colet. Mensen hebben een geweten dat aan basis ligt van de principes van waaruit we willen leven. In navolging van psychiater van Dantzig meent ze dat alle mensen een basisgevoel van mensenrechten en empathie in zich dragen. Daar kun je in principe iedereen op aanspreken. Maar er zijn ook mensen zichzelf inoefenen dit basisgevoel te negeren.
Tot slot de laatste zin uit haar artikel over taal en geweld: ‘Als taal uit zingen is ontstaan, zou ze dan ook niet in zingen kunnen opgaan?’.

Carla van der Heijden is geestelijk verzorger, ritueel begeleider en mediator zie ook: www.verhaalenrite.nl