foto-links

raamdom-gr

Warme ontmoeting met vluchtelingen

27 december, de zondag na Kerst, 10.00 uur. Er is geen kerkdienst, maar toch is het een drukte van belang in de Dominicus. De kerkzaal ziet er prachtig uit, nog helemaal in kersttooi en met lange rijen feestelijk versierde tafels. Tientallen vrijwilligers zijn in de weer met koffie, thee en voorbereidingen voor de lunch. Na het Open Huis op Eerst Kerstdag krijgen we opnieuw bezoek. Een kleine 100 vluchtelingen uit opvangcentra in de Havenstraat en Bijlmer Arena hebben ingetekend voor een lunch, georganiseerd door de Dominicus in samenwerking met Vluchtelingenwerk Amsterdam. Het hartverwarmende initiatief komt van Caspar van ’t Oever en Geert-Jan Meijerhof. En ondanks de drukte van de afgelopen dagen zijn toch weer ruim 60 vrijwilligers op de been om hieraan mee te werken. Het wordt een onvergetelijke dag. 

door: Mirjam Nieboer

Om 11 uur arriveren twee bussen met in totaal zo’n 80 vluchtelingen: vooral jonge mannen en drie vrouwen. Het merendeel is gevlucht uit Syrië, maar er zijn ook mensen bij uit Afrika, Mongolië en Iran. Ze krijgen een warm welkom door het spontaan gevormde welkomstcomité. Handen worden geschud: “Welcome, welcome!” Een ontroerend moment als je bedenkt wat deze mensen in de afgelopen maanden hebben meegemaakt. Er is koffie en thee met iets lekkers erbij. Een koor brengt enkele kerstliederen ten gehore. De gasten en vrijwilligers waaieren vervolgens uit over de ruimte en al snel ontstaan overal geanimeerde gesprekken. Wie geen Engels spreekt, neemt zijn toevlucht tot gebaren. Handig zijn ook de atlassen die op tafel liggen, waarop mensen hun land van herkomst en hun vluchtroute kunnen laten zien. We luisteren naar hun verhalen. Verhalen van oorlog en geweld, van vluchten en alles achterlaten, van een lange reis vol ontberingen per boot, trein, bus en te voet door vijf, acht, elf verschillende landen, van kinderen en familie die thuis zijn achtergebleven, van leven in asielcentra met soms wel vijftig mensen op één slaapzaal, van maagpijn door stress en het vreemde eten, van wachten, heimwee en verveling en… van hoop op een beter leven. Op de achtergrond de sfeervolle klanken van een accordeon, bespeeld door Colet van der Ven.

Om 12.30 uur gaan we zitten aan de gedekte tafels. Juut Meijer houdt een korte toespraak die door een van de tolken ter plekke wordt vertaald in het Arabisch. Ze wijst op het licht, dat in meerdere religies het symbool is voor hoop. Ze vertelt dat de Dominicus is gebouwd door de architect die ook het Centraal Station heeft ontworpen, en dat de Dominicus ook een soort van station wil zijn: een plek van ontmoeting waar iedereen welkom is. Na een korte maar indrukwekkende stilte wordt de lunch geserveerd. Er is soep, couscous met saus, salades en Turks brood. Thom Jansen zorgt op de vleugel voor de muzikale omlijsting.

Na het eten zijn er workshops en is er een ‘open podium’. Sommige gasten hebben een instrument meegenomen en laten iets horen, een van hen toont een sterk staaltje vocale percussie en uit het niets duikt een strijkje op. Iets na 15 uur staan de bussen weer voor om de vluchtelingen naar hun onderkomens terug te brengen. Na een warm afscheid verdwijnen ze net zo snel als ze gekomen zijn. Hoe zal het hen de komende tijd vergaan? We weten het niet en kunnen alleen maar hopen dat er licht voor hen is aan het eind van de tunnel. Op deze middag schemerde dat licht al even door de ramen van de Dominicus.

De kosten voor de lunch zijn nog niet gedekt. Een financiële bijdrage is dan ook heel welkom op rekeningnummer NL37 INGB 0004 8850 50  o.v.v. ‘Open Huis Lunch vluchtelingen’. Hartelijk dank!

Kerstlunch  DSCF2085LR

Overal zijt Gij onzichtbaar gegeven

dienstenserie oktober – november 2015

Ons christelijk geloof vindt haar voedingsbodem deels buiten ons, in de Bijbel en de geloofstraditie, deels in onszelf, in de manier waarop wij het goddelijke in eigen bestaan, eigen ervaring mogen ontdekken. Maar van buitenaf aangereikt of van binnenuit ervaren, het is altijd de Geest Gods die bezielt, die geloof, inspiratie schenkt. ‘De geest Gods’, zingt de psalm, ‘vervult het aardrijk, en geeft het een stem’. Daarom worden wij mensen ’tempels van de geest’ genoemd.

De levensgrote vraag die dan opkomt luidt: waar komt de bezielende en inspirerende geest die dit alles draagt vandaan ? Het antwoord op die vraag weten wij niet: niemand weet wat leven is, niemand weet waar de levensgeest vandaan komt die door de wereld en door ons mensen gaat en die al wat is draagt. Dat is het mysterie van de schepping, Gods mysterie. En niemand heeft ooit God gezien of gesproken.

Waar we gelukkig wel iets van weten is hoe en waar, langs welke wegen die geest in mensen binnenkomt. Onze zintuigen, de plaatsen waar ons lichaam open is naar de wereld, vormen ook de toegang tot alle inspiratie in een mensenleven. De geest van kracht en sterkte, goedheid en liefde, maakt gebruik van ons voelen, ruiken en smaken, ons zien en horen, om haar intrek bij ons te nemen. Zo en zo alleen wordt zij als het ware de binnenkant van ons lichaam, dat wat wij graag onze ziel noemen.

Gods geest bezielt niet alleen ons, maar al het geschapene, al wat is. Zij bezielt de dingen, geeft ze vorm, laat ze groeien, staat toe dat ze sterven de geest geven om nieuw leven mogelijk te maken en zelfs voort te brengen. Zoals de geest zich aan de mens in diens zintuigen openbaart, zo manifesteert zij zich binnen de schepping in de vier elementen, de oervormen waarin de Geest Gods haar werk gegoten heeft: aarde, water, lucht en vuur. Wie iets over het geheim van de geest, over de ziel van de schepping en de ziel van de mens, wil zeggen komt altijd weer terecht bij die vier elementen, en bij de zintuigen van de mens. Daar heeft de geest haar werkterrein gekozen. Dáár is God overal onzichtbaar gegeven.

De komende weken proberen we stil te staan, in bewondering en verwondering, met woord en zang en in stilte, bij die elementen en bij onze zintuigen als de plaatsen waar de geest werkzaam is en zich toont. Hopelijk kan dat ons helpen iets dichter te naderen tot het transcendente, het goddelijke, het geheim dat de mensheid God is gaan noemen.

18 oktober: Onzichtbaar aanwezig in onze aanraking, overweging Henk Hillenaar
25 oktober: Onzichtbaar gegeven in het vuur van deze aarde, overweging Germain Creygthon
1 november: Allerzielen Onzichtbaar gegeven in de lucht die wij ademen, overweging Mirjam Wolthuis
8 november: Onzichtbaar gegeven in het water van de schepping, overweging Colet van der Ven
15 november: Onzichtbaar gegeven in onze geur, onze smaak, overweging Juut Meijer
22 november: Samendienst met de Ekklesia Amsterdam. Claartje Kruijff en Alex van Heusden houden de overweging.

BOEK Verbinden en verdiepen. DominicusAmsterdam: kerk in beweging

Onder redactie van Gerard Swüste, Mirjam Wolthuis en Mirjam Nieboer is verschenen het boek Verbinden en verdiepen. DominicusAmsterdam: kerk in beweging. Een kleurrijk boek over een halve eeuw kerkvernieuwing.

Meer dan twintig auteurs uit de katholieke en protestantse traditie verkennen de kansen voor kerkvernieuwing. Zij geven een kritisch-opbouwende visie op thema’s als gemeenschap, kinderen en jongeren, vieren en bevrijding. Centraal staat de vraag: hoe kunnen we woorden, rituelen en muziek vinden die mensen van deze tijd raken en het leven betekenis geven? Uitgangspunt is de Amsterdamse Dominicuskerk, waar vijftig jaar geleden een proces van vernieuwing begon dat tot op vandaag doorgaat.

Een inspirerend handboek voor iedereen die geinteresseerd is in het vitaliseren van de kerk. Maar dat niet alleen. Met de kleurrijke portretten van Dominicusgangers en de veelzeggende illustraties en foto’s is dit ook een onderhoudend kijk- en leesboek waar zelfs uit gezongen kan worden. Rode draad in alle verhalen, beelden en muziek is het motto van de Dominicus: de behoefte aan verbinding en verdieping.

De samenstellers van dit boek, Gerard Swuste en Mirjam Wolthuis, maken deel uit van het Liturgisch Team van de Dominicuskerk. Dit is het team van theologen dat de zondagse diensten voorbereidt.

Met medewerking van o.a. Jean-Jacques Suurmond, Colet van der Ven, Ger Groot, Niek Schuman, Jorgen Caris (fotografie), Erik Borgman, Huub Oosterhuis en Tom Löwenthal.

Skandalon, 2015, pap, 224 pp, € 22.50, 9789492183040

Dominicus_omslag_totaal.indd

Colet van der Ven over ‘De wortels van het kwaad’

Op de eerste maandag in de veertigdagentijd geeft Colet van der Ven een toelichting bij het thema dat deze periode centraal staat in de vieringen. De dag ervoor hield zij een overweging over de kennis van goed en kwaad, die hier is te lezen.

Door: Carla van der Heijden

Colet vertelt aan de aanwezigen dat ze al 30 jaar bezig is met het kwaad. Tijdens haar studie liep ze stage in de jeugdgevangenis en daar moest ze persoonlijkheidsonderzoeken doen in opdracht van de rechters, die zo het gevaar van recidive wilden kunnen inschatten. De fascinatie voor het kwaad heeft haar daarna nooit meer losgelaten en ze heeft er vele artikelen en een boek over gepubliceerd. In een serie in Trouw interviewde ze daders, denkers en slachtoffers. Over enige tijd zal er een nieuw boek verschijnen. Een belangrijke vraag die daarin besproken wordt is: Wat maakt dat mensen grensoverschrijdend gedrag vertonen en geweld gebruiken en waarom verliezen mensen hun menselijkheid. Een andere vraag is hoe wij onszelf en anderen tegen het kwaad kunnen beschermen.

Als we het kwaad nader onderzoeken, ontdekken we dat er een veelvoud van factoren aan ten grondslag ligt, op individueel, psychosociaal en maatschappelijk gebied. Op individueel gebied gaat het dan onder meer om de angst nergens bij te horen, angst voor autoriteit of om krenking. Ook gebrek aan liefde en goede rolmodellen of ideologische verblinding kan maken dat iemand ontspoort. Onder psychosociale factoren rekenen we groepsdruk en het focussen op kleine verschillen die bepalend zijn voor de identiteit. Op maatschappelijk gebied kan afwezigheid van democratische structuren en gebrek aan tegenspraak maken dat mensen tot geweld overgaan. Daarbij zien we, in het klein en in het groot, een samenhang tussen seksueel en ander geweld. In oorlogen komen verkrachtingen veelvuldig voor. Men treft de vijand daar waar die het hardste getroffen kan worden.
Om het kwade te overwinnen moeten we op al deze drie niveaus de bronnen van tegenkracht, van het goede, beschermen. Op individueel niveau is een kritische zelfanalyse, een innerlijk gesprek, noodzakelijk, evenals het aanbieden van kunst en cultuur als verbeelding en verwoording van dromen en idealen. Op psychosociaal niveau gaat het om het stimuleren van burgerlijke ongehoorzaamheid: het leren NEE te durven zeggen. Op maatschappelijk gebied hebben we instituties die ons moeten beschermen in het leven geroepen, zoals de rechten van de mens en het strafhof.

Daarna leest Colet een eerder gepubliceerd artikel voor over de verwevenheid van taal en geweld. Ze stelt dat waar de taal vervuilt, ook het denken vervuilt en omgekeerd. Woorden verwijzen niet alleen naar de werkelijkheid, maar creëren die op hun beurt ook. Taal is niet onschuldig. Woorden kunnen uitingen van haat en geweld oproepen. Taal biedt het kwaad ook een helpende hand door woorden aan te reiken die de gruwelijkheid van de situatie maskeren, aldus Colet, en ze illustreert dat met voorbeelden uit oorlogssituaties. Zo werd ‘martelen’ een ‘edele tak van sport’ genoemd en met ‘susan’ werd de machine die elektrische schokken gaf aangeduid en verhoord worden aan die machine heette ‘praten met susan’. Bovendien moeten misdaden een naam hebben alvorens ze kunnen bestaan. Het woord ‘genocide’ werd in 1944 geconstrueerd om het vermoorden van grote aantallen mensen aan te duiden, waarmee dat wat al bezig was een naam kreeg en realiteit werd.

Bij de vragen van de aanwezigen kwam aan de orde of de neiging tot het kwade niet samenhangt met het mens-zijn en of we zonder die neiging wel zouden kunnen leven. Biedt het kwade niet ook ontwikkeling en dynamiek en is het dus nodig? Dat is maar de vraag, antwoordt Colet. Mensen hebben een geweten dat aan basis ligt van de principes van waaruit we willen leven. In navolging van psychiater van Dantzig meent ze dat alle mensen een basisgevoel van mensenrechten en empathie in zich dragen. Daar kun je in principe iedereen op aanspreken. Maar er zijn ook mensen zichzelf inoefenen dit basisgevoel te negeren.
Tot slot de laatste zin uit haar artikel over taal en geweld: ‘Als taal uit zingen is ontstaan, zou ze dan ook niet in zingen kunnen opgaan?’.

Carla van der Heijden is geestelijk verzorger, ritueel begeleider en mediator zie ook: www.verhaalenrite.nl

De wortels van het kwaad

Veertigdagentijd in de Dominicus

Wat maakt dat mensen de grens tussen goed en kwaad overschrijden? Die vraagt houdt velen van ons bezig door alle oorlog en geweld die dichtbij en veraf plaats vinden. In deze veertigdagenperiode van bezinning en inkeer onderzoeken we ‘het’ kwaad. Maar het kwaad is geen zelfstandige macht. Het is niet de abstracte tegenspeler van God, zoals het kwaad vroeger in de figuur van de duivel werd voorgesteld. Het kwade behoort tot het domein van de mensen. Mensen hebben volgens de bijbel de keuze tussen goed of kwaad (Deut. 30 leven of dood, geluk of ongeluk, zegen en vloek). Waar die keuze op het kwaad valt, wordt pijn veroorzaakt en lijden. In het besef dat er in de mens neigingen en begeertes bestaan die hem in de richting van dat ‘kwaad doen’ kunnen bewegen, benadrukt de Schrift steeds weer de noodzaak van ommekeer, vergeving, herstel uit zonde, om terug te keren naar het pad van ‘goed doen’.
Omdat het kwaad van de mensen is, zal de vraag ‘waarom laat God dit toe’ niet klinken in deze serie. We denken immers de almacht van God en zijn bemoeienis met de wereld niet meer in actief handelende termen. Eerder belijden we God als liefde of verbeelding van alles wat het leven goed en waardevol maakt. God is in de bijbel het appèl tot naastenliefde en rechtvaardigheid, of de bondgenoot van de mens in de strijd tegen de chaos.

Door bij het kwaad stil te staan willen we bewustwording op gang brengen over waar om ons heen wortels van kwaad liggen. We willen verhelderen wanneer en waarom mensen die grens overgaan van ‘menselijk’ naar ‘onmenselijk’. En hoe kunnen we onszelf en elkaar behoeden voor dergelijk gedrag. Wat geeft tegenspel, wat behoedt, wat kan iemand weerhouden om tot gewelddadig verzet, moord, roof etc over te gaan. Meer concreet en toegespitst op onze diensten zoeken we naar wat de bijbelse verhalen ons in deze te bieden hebben. En naar wat het betekent te geloven in een God die mens is geworden, heeft geleden en is gestorven als gevolg van de mechanismen van het kwaad.

Woensdag 18 februari Aswoensdagviering met Germain Creyghton.
Zondag 22 februari ‘Kennis van goed en kwaad‘ overweging van Colet van der Ven.
Zondag 1 maart ‘Het kwaad in de mens’ overweging van Henk Hillenaar.
Zondag 8 maart ‘De ogen van een ander’ overweging van Mirjam Wolthuis met speciale gast Shura Lipovsky (zang, gitaar, joodse liederen).
Zondag 15 maart ‘Als het aanzien taant – doodswens uit rivaliteit’ overweging van Juut Meijer.
Zondag 22 maart Kinderoverweging: ‘Ik ben boos’‘ met overweging van Annewieke Vroom.
Zondag 29 maart ‘Met zijn allen!‘ overweging van Gerard Swuste.
Donderdag 2 april Witte Donderdag met Andre Wesche
Vrijdag 3 april Goede Vrijdag met Henk Hillenaar
Zaterdag 4 april Paasavond met Mirjam Wolthuis
Zondag 5 april Paasmorgen met Claartje Kruijff

Colet van der Ven presenteert ‘IKONHUIS: De Nieuwe Wereld’

Vanaf 8 februari presenteert Colet van der Ven, gastspreker in de Dominicus, elke zondagochtend om 11.55u een nieuw wekelijks programma ‘IKONHUIS: De Nieuwe Wereld’ op NPO2.

Colet gaat in deze talkshow in gesprek met diverse gasten, op zoek naar maatschappelijke betrokkenheid, engagement en vrijzinnigheid. Welke dromen, idealen en inzichten hebben zij? Waaraan ontlenen zij hun inspiratie ? Speciale aandacht is er voor kunst, cultuur en mensenrechten.

In de Dominicus is Colet een graag geziene gastspreker. Onlangs hield zij in de Dominicus de toespraak, de overweging De eerste mens over Genesis 2: 5-7 en kiezen voor geluk.  “Met het troostrijke idee in het achterhoofd dat, als we struikelen en vallen opnieuw kunnen beginnen. Steeds opnieuw. Met onszelf en met de wereld. Want leven is opnieuw beginnen. Hoopvoller kan het bijna niet. Zo moge het zijn in deze donkere dagen.” Deze en andere overwegingen gehouden in de Dominicus kunt u hier teruglezen.

Colet van der Ven over ‘IKONHUIS: De Nieuwe Wereld’ “We kijken naar de wereld zoals zij is – ontredderd, verward, in pijn – en dromen van de wereld zoals zij zou kunnen zijn -solidair, harmonieus, rechtvaardig-. Die droom mobiliseert tegenkrachten in mensen. Inspireert, zet aan tot handelen. Het zal in de talkshow op zondagochtend dan ook gaan over vragen als: wat voor mens wil je zijn, aan wat voor samenleving wil je bijdragen, en hoe ga je dat concreet doen?”

Vanaf 8 februari presenteert Colet van der Ven, gastspreker in de Dominicus, elke zondagochtend om 11.55u een nieuw wekelijks programma ‘IKONHUIS: De Nieuwe Wereld’ op NPO2. Gelukkig ook terug te kijken via NPOGemist.nl.

Zondag 22 februari gaat Colet van der Ven voor in de Dominicus, om 11 uur begint de dienst.

Maandagavond 23 februari houdt Colet van der Ven een inleiding op thema Veertigdagentijd: het kwaad