foto-links

raamdom-gr

Nieuwe Serie: Delf mijn gezicht op

Enkele jaren geleden wijdde Gerard Swüste een beschouwing aan het lied Delf mijn gezicht op. Hij schreef: “‘Opdelven’ is iets heel anders dan ‘opgraven’ of ‘opspitten’. Opdelven doe je met delfstoffen. Het gaat dus om iets kostbaars. Denk maar gerust aan goud of zilver. Zo kostbaar, zo bijzonder is dat gezicht, is elk gezicht. Maar het kostbare komt alleen aan het daglicht, als iemand anders het gaat opdelven. En zolang dat niet gebeurt is er beklemming, voel je je ongezien, niet thuis in jezelf. Daarom is de opening, tevens het refrein, niet zomaar een vraag, maar een vraag van levensbelang: de ‘ik’ wil tevoorschijn geroepen worden. Maar tot wie is die vraag gericht? Tot God? Tot mijn naaste? Tot beiden?”
Delf mijn gezicht op is een serie over gezien en gekend worden, waarbij in elke dienst steeds één lied centraal staat.

Nieuw Podiumdoek gemaakt door Jo-anne de Haan (jo-annedehaan.nl/)

Zondag 4 sept: Delf mijn gezicht op
Lezing: Lukas 10: 1-12, 17-21, Ruusbroec
Overweging door Arjan Broers

Nog maar 2,5 jaar geleden begon de coronatijd. In een mum van tijd werden we een hybride gemeenschap, met vergaderingen en groepen per zoom en gestreamde zondagse vieringen. We leerden elkaar op een nieuwe manier kennen, via het scherm. En we leerden mensen kennen die van afstand, door heel Nederland en daarbuiten, nu wekelijks met ons verbonden zijn. Want ook al zijn de beperkingen opgeheven, nog steeds zijn velen digitaal betrokken.
Kunstenaar en Dominicusganger Jo-anne de Haan maakte een doek op basis van gezichten van mensen uit de gemeenschap, beginnend bij de wekelijkse ‘Koffie met zoom’, eindigend in de zondagse vieringen in de kerk. Het doek is een ode geworden aan mensen die elkaar ook in een verwarrende tijd opzoeken en willen ondersteunen. En die daarmee, zoals in het lied gezongen wordt, elkaars gezicht opdelven en mooi maken.

Zondag 11 sept: Terwijl de boer slaapt
Lezing: Marcus 4: 26-29
Overweging door Eva Martens

In juli reed een bus vol Amsterdamse tieners naar Taizé, onder wie een aantal jonge Dominicusgangers. Het werd een week van ontmoeting met zichzelf, met jongeren uit tal van landen en, zeggen we met schroom, met God.
De jongeren delen iets van hun ervaringen in deze meditatieve viering in de stijl van het internationale oecumenische jongerencentrum. Ze delen er ook iets van de diepe stilte die ze er hebben ervaren. We lezen het verhaal van ‘het zaad dat ontkiemt en opgroeit terwijl de boer slaapt’. Eva Martens, die mee was naar Taizé, verzorgt de toespraak.

Zondag 18 sept: Ken je mij?
Overweging door Colet van der Ven

In de kantlijn van de Bijbelse psalm 139 werd dit lied, aanvankelijk ook Psalm geheten, geschreven. Een lied over gekend en bemind willen zijn. ‘In de kantlijn van psalm 139’. Dat betekent zoiets als: flitsen van gedachten, flarden van gevoelens, neergepend aan de randen van de bladzijde. Maar het betekent ook dat die flitsen en flarden een eigen opvlucht kunnen nemen. Kunnen wegwaaieren uit de kantlijn om zelf een lied te worden. Wat proberen deze oude en nieuwe psalm ons te zeggen?

Zondag 25 sept: Geef mij terug de ogen van een kind
Overweging door Michaël van der Meer

In deze dienst neemt de jaarlijkse twaalfjarigenviering een belangrijke rol in. Rupsen worden vlinders, kinderen worden jongvolwassenen. Ze verruilen de basisschool voorde middelbare school. Ze ontgroeien de beschermde wereld van het kind, maar zijn tegelijkertijd nog onvolgroeid in het verantwoordelijke bestaan van volwassenheid.
Deze overgangsfase vraagt om een rite de passage, de markering van een transformatie. Die verandering betreft echter niet alleen de paar jongeren die volgens de Tora of kerkelijke traditie volwassen worden. Ook de gemeenschap waarbinnen die stap naar een nieuw bestaan plaatsvindt, verandert mee. Kinderen worden volwassenen, volwassenen hernieuwen hun blik op God en de wereld met de ogen van een kind.