Aansluitend bij de dienstenserie over de economische crisis organiseerden Leendert Jongejan en Mirjam Wolthuis van de Werkgroep Pastoraat een vijftal avonden onder de titel Crisisberaad. Bijeenkomsten met een gevarieerd programma: groepsgesprekken, gastsprekers en ter afsluiting een filmavond. Per avond waren er zo’n 10 à 15 aanwezigen – eigenlijk verbazingwekkend weinig voor zo’n actueel onderwerp dat zoveel mensen raakt. Maar zoals je steeds vaker ziet (wellicht waar de crisis (ons?) zelf toe noopt) won de kwaliteit het van de kwantiteit. Redenen van deelnemers om mee te doen waren interesse of zorg over de economie, financiële instabiliteit, milieuproblemen en de boeiende vraag hoe we zelf met de crisis om gaan.
De eerste bijeenkomst was verkennend van aard. Als gespreksleider inventariseerde Mirjam hoe we in de groep tegen crises aankijken en wie er eventueel iets over een eigen crisis wilde vertellen. Daarbij was iedereen het er over eens dat ‘de’ crisis niet alleen van financiële aard is, maar dat we ook ecologisch en moreel in zwaar weer zitten, en dat niet alleen in Europa. Is een crisis overigens geen noodzaak om te groeien of tot iets te komen? En is er van de wereldwijde crisis ook niet een parallel te trekken naar onze individuele levenskwesties of depressies? Wat in het klein gebeurt, gebeurt in het groot, en vice versa. Niet voor niets luidde het thema van de dienstenserie ‘de crisis als kans’.
Al snel kwamen we tot fundamentele vragen en bogen ons over dilemma’s, waarbij de gastsprekers ons prikkelden en prachtige voorzetten gaven. Damaris Mathijsen (initiatiefneemster van Economy Transformers) vertelde hoe ze zich als puber vervreemd had gevoeld van de wijze waarop de wereld om haar heen georganiseerd was. “Waarom pas ik er niet in?” vroeg ze zich herhaaldelijk af.
Om te kunnen begrijpen hoe systemen werken en omdat ze zelf wilde kunnen sturen ging ze economie studeren. Iemand leerde haar: ‘De modellen waar economen mee werken kloppen niet, maar ze werken wel.’ “Je moet dus genoegen nemen met een abstractie die niet klopt,” realiseerde ze zich.
Tijdens een baan bij ABNAMRO constateerde ze dat ze niet kon meegaan in een systeem waarin ze haar eigen waarden thuis moest laten. Een knop omzetten terwijl ze ’s ochtends de sleutel omdraaide, dat klopte niet. “Als je niet vanuit je hart als kompas leeft, leef je tegen de klippen op. De gevoelskant komt via de achterdeur toch wel weer terug als je die niet gelijk meeneemt. Mensen volgen tegenwoordig in privétijd cursussen om bij zichzelf te komen. Dat inzicht moet ook in het onderwijs worden meegenomen.”
In 2009 richtte Damaris Economy Transformers op, een netwerk van denkers die hun krachten willen bundelen om te groeien naar een nieuwe, duurzame economie en samenleving. Economie in de oorspronkelijke betekenis van oikos, of ‘huishouding’. Dat blijft niet beperkt tot het financiële plaatje, en geld wordt weer een middel, dat van zichzelf geen nut heeft. Bovendien spelen waarden als eerlijkheid en samenwerking een rol. “In hoeverre leven die waarden nog in de samenleving?” Bij Economy Transformers wordt daar grondig over nagedacht.
“Eigenlijk zijn we dus partners,” constateerde Mirjam meerdere malen. “Wat zitten we dicht bij elkaar! Met een beroep op eerlijkheid, naastenliefde, gelijkheid en eigen verantwoordelijkheid die we in de Dominicus op elkaar doen.”
Het transitiemodel (www.economytransformers.com) dat door Economy Transformers is ontwikkeld, (de zes dimensies) is terug te lezen op de site. Het biedt een integraal perspectief op wat de economie nodig heeft om te verduurzamen.
Damaris’ persoonlijke passie ligt bij de waarden vrijheid, gelijkheid en broederschap die zij als organiserende principes herkent waarmee ze uiterst actueel zijn voor het organiseren van onze samenleving en economie. Ze ontleedde haarfijn dat noch het kapitalisme (vrijheid), noch het communisme (gelijkheid) heeft geleid tot een wereldhuishouding met welzijn voor iedereen. De huidige samenleving laat zien dat een economie met het accent op vrijheid niet werkt. Vrijheid heb je nodig om te kunnen worden wie je bent, en dat leidt tot veel diversiteit. Maar dat is niet waar het in de economie over gaat. We moeten leren begrijpen wanneer vrijheid als organiserend principe werkt en wanneer niet. Vrijheid in absolute zin is helemaal niet zo’n ideaalbeeld als het lijkt. Vrijheid in de economie ontaardt in chaos, waar ook de sterkste klem zit in zijn eigen macht. Ze liet ons de uitwerking van de drie begrippen zelf ervaren door in groepjes de drie begrippen lichamelijk uit te beelden.
Gelijkheid op haar beurt leidt tot uniformering. Prachtig om aan elkaar gelijk te zijn en we benadrukken daarbij vooral de gelijkwaardigheid, maar ook dit principe kan niet overal leidend zijn, want is het geen oerverlangen om te schitteren naar je eigen aard? Wie durft dat maaiveld nog te overstijgen als de druk om klein te blijven je belemmert om te groeien. En zou zo’n groeischeut niet anderen stimuleren ook de vleugels uit te slaan?
Broederschap geeft ons een fundamenteel besef dat we wederzijds afhankelijk zijn om te kunnen groeien, was de conclusie van de avond. Als het om een gezonde economie gaat zou je op een broederschapsmodel uitkomen. In de economie gaat het over produceren voor de behoeften van anderen en daarvoor is samenwerking nodig. Dat bereik je alleen door de markt vanuit broederschap te organiseren.
Het gaat er in dit denken dus om dat je de verschillende organiserende principes in hun werking leert begrijpen en in balans en op de juiste plek gaat toepassen. Het een prefereren boven het ander zal nooit een oplossing zijn. In ons zitten ze immers alle drie als gelijkwaardige behoeften.
Opmerkelijk vind ik de overeenkomst met de toespraak van Coen Teulings op zondag 3 november, die Leendert op een avond inbracht. Coen kwam ook bij de wederzijdse afhankelijkheid uit, al formuleerde hij die als ‘wederzijds eigenbelang’. Vanuit een ander perspectief dus, maar zowel Damaris als Coen concludeerden hetzelfde: er is een ander (economisch dan wel politiek) systeem nodig, dat is gebaseerd op solidariteit, in ieders belang.
In de gespreksgroep hadden sommigen wat moeite met de term ‘wederzijds eigenbelang’, want betreft dat niet een contradictio in terminis? Maar geformuleerd als een win-win-situatie kon iedereen er toch mee uit de voeten.
Economy Transformer Damaris Mathijsen:
Als het om een gezonde economie gaat zou je op een broederschapsmodel uitkomen.
Er vindt geen transitie van de samenleving plaats als mensen niet van binnenuit de waarden leven.
Hoogleraar economie en oud-CPB-directeur Coen Teulings:
De financiële crisis is het gevolg van een gemis aan een geschikte politieke structuur.
De enige weg daaruit is onderlinge solidariteit en (een gesprek over) moraliteit.
We constateerden dat een politieke structuur wordt vormgegeven door ons allemaal en dat onder de economie de psychologie zit. Geen nieuw inzicht, want economie is een gedragswetenschap. Maar je kunt nog een stap verder gaan: onder de psychologie ligt de vraag naar identiteit. Zijn we wat we hebben (bijv. ons beroep, waarmee we ons identificeren), en daarom verslaafd aan hebzucht? Uit een reportage van Tegenlicht (kapstok van de vierde avond) blijkt dat veel twintigers plezier in hun werk veel belangrijker vinden dan de status van hun functie. Inhoud boven vorm.
In de groep hebben we stevig doorgepraat en gediscussieerd over de switch naar de praktijk. Als we de economische of politieke structuur zelf vormgeven, dan speelt ieders aandeel om moreel, solidair en vanuit broederschap te handelen de cruciale rol. Lastige dilemma’s, want hoe bevrijd je je in je eentje uit een systeem dat, zonder dat we het in de gaten hadden, in de loop der jaren (decennia) is gegroeid tot een benauwd korset.
Conformeren we ons aan het systeem, of is daar überhaupt niet onderuit te komen? Jawel, luidde de conclusie. Onderschat niet hoe sterk de macht van de consument is. En het begint steeds weer bij het bewustzijn over wat we met elkaar aan het doen zijn. Niet onbewust met een bord voor de kop (ja, dat komt hard aan) meegaan in de maalstroom en ons terugkijkend slachtoffer voelen van het systeem. Wat is onze eigen ecologische voetafdruk, kopen we die duurdere biologische kipfilet of broccoli, of is biologisch ‘goed fout’?
Ralf Bodelier (schrijver van het essay ‘Biologisch is goed fout’), Roelf Havinga (eigenaar adviesbureau Team Ecosys) en Wil Braakman (biologisch bollenteler) gaven, op initiatief van Kees Sluis, hun visie op mogelijke oplossingen. Roelf Havinga studeerde Bosbouw aan de Cultuurtechnische school Larenstein. Alhoewel zijn betoog soms wat eendimensionaal klonk (‘alles is toe te schrijven aan voedsel’, en ‘je bent wat je eet’) bleek hij holistischer te denken dan aanvankelijk leek. Vanuit gedachten als ‘Werk vanuit je hart in verbinding met de natuur’ en ‘symbiose werkt op basis van diversiteit en respect’ geeft hij concrete adviezen in de agro-ecologische landbouw. Door de ecologische wijsheid van de natuur te respecteren en agro-chemicaliën te vermijden draagt Roelf zorg voor ‘een gewas en bodem in balans, dat geeft insecten en ziekten weinig kans’, aldus zijn adagium. Hij rekende voor dat een dergelijke teeltwijze exponentiële gevolgen heeft t.a.v. opbrengsten en kosten: hogere productie, lagere kosten agrochemie (omdat het vermijden van bepaalde kunstmest de grond niet uitput), levensmiddelen van goede kwaliteit met als gevolg lagere oogst- en bewaarverliezen, en last but not least: lagere ziektekosten en minder voedselverbruik om verzadigd te raken.
Wil Braakman zat helemaal op dezelfde lijn. Hij werkt in de organische landbouw (volgens Wil een betere benaming dan ‘biologische’) en gaf voorbeelden van ziekten en epidemieën door verkeerde aardebewerking en gebruik van (bepaalde) kunstmest. Wil pleitte ook voor eerlijke voorlichting en wees op de verstrengeling van wetenschappelijk onderzoek met economische belangen, en hoe sterk de lobby van de farmaceutische industrie is.
Ralf Bodelier (filosoof, theoloog en columnist voor Trouw) werd door de twee anderen stevig onder vuur genomen vanwege zijn pleidooi voor intensieve en ‘stapel’-landbouw, omdat volgens hem alleen op die manier de groeiende wereldbevolking kan worden gevoed. Hij maakt zich serieuze zorgen over een onoplosbaar hongerprobleem, en gezien zijn vriendschapsrelaties met inwoners van Malawi komt die dreiging extra dichtbij. Volgens Roelf Havinga is, met gezonde aandacht voor de landbouwwijze en het gewasklimaat, het voeden van de wereldbevolking ‘met twee vingers in de neus’ te doen.
De tegenstelling kwaliteit versus kwantiteit vond ik op deze avond het sterkst naar voren komen. Dat had niet te maken met de combinatie van aantal deelnemers en inhoud van de avond, maar met de duidelijke accentverschillen in de presentaties van de sprekers. Bodeliers betoog had een kwantitatieve invalshoek en dito oplossingen: cijfers en aantallen, vergroten opbrengstresultaten op korte termijn, intensivering productie. De verhalen van Braakman en Havinga benaderden diagnostiek en oplossingen meer vanuit een kwalitatief perspectief: behoud kwaliteit van de aarde(grond), lange-termijnperspectief, inhoud (smaak, geur, voedingswaarde) belangrijker dan aantal, verpakking of vorm (kaarsrechte komkommer, smetteloze bloemkool).
We vroegen naar de ‘aanraders’ van de sprekers:
Wil Braakman: Leef en wees één met de aarde en haar processen
Roelf Havinga: Volg je hart, gebruik je gevoel en logica
Ralf Bodelier: Luister, maar neem tzt afstand van je hart en beoordeel rationeel. Kijk door de retoriek heen van wantrouwen en oordeel niet gemakzuchtig over vermeende corruptiepraktijken
Persoonlijk ben ik de crisis gaan zien als een niet te negeren noodkreet dat we een doorgeslagen denk- en leefwijze moeten veranderen die we op allerlei gebieden tegenkomen: De overwaardering van kwantiteit boven kwaliteit, uiterlijk (vorm) boven innerlijk (inhoud), ratio boven gevoel, hoofd boven hart, specialistisch denken boven holistisch denken (etc..).
Daarvoor zouden eerst de miskende – noem het de zachte – factoren erkend en geherwaardeerd moeten worden, met als gevolg dat de harde en zachte kanten in harmonie met elkaar komen.
Karin Kasdorp
‘absolute vrijheid ontaardt in chaos’
Volg ons op