foto-links

raamdom-gr

Veertigdagentijd 2013

O N Z E   B L I K   T E   Z U I V E R E N

Tijdens de jaarlijkse voorbereiding op het Paasfeest zullen in de liturgie gevoelens en ervaringen van schaamte en schuld aan de orde gesteld worden, de duistere kanten van ons persoonlijk en ons maatschappelijk bestaan, waaruit steeds opnieuw opgestaan moet worden. Dit mede als achtergrond van de ‘werken van barmhartigheid’ en andere activiteiten die de tijd vóór Pasen bij uitstek tot een tijd van bezinning maken.

In de liturgie van deze weken willen we trachten ‘Onze blik te zuiveren’, als gelovige individuen maar vooral ook als gemeente van gelovigen, en daarmee zoveel mogelijk boven schaamte en schuld uit te stijgen. ‘Zien’ – ‘inzien’, ‘doorzien’, ‘anders gaan zien’, ‘beter, ruimer, verder zien’, ‘zien door de ogen van een ander’ en natuurlijk ‘de ogen van de ander zien’ – dit idee of liever dit beeld zal telkens op andere wijze terugkeren. Zo wordt de thematiek van schaamte en schuld in een breder perspectief geplaatst en kunnen ook thema’s als ‘verantwoordelijkheid’ en ‘vergeving’ een plaats krijgen.

In het scheppingsverhaal gaat ‘zien’ van het licht dat goed is, altijd gepaard met het scheppende – ‘ordenende’, ‘scheidende’ – woord, dat dankzij dit licht een scheiding tot stand brengt tussen dag en nacht, tussen land en water, tussen mens en dier, en vooral tussen goed en kwaad. Zien wordt pas echt compleet als het gepaard gaat met het gezongen en gesproken woord. Dat is wat wij in onze diensten proberen te doen.

Onze blik zuiveren’ : voor de verheldering van deze thematiek zal iedere zondag van de veertigdagentijd een psalm als uitgangspunt genomen worden. Het boek der Psalmen is met zijn prachtige, nu eens heftige dan weer innige teksten, het gebedenboek waarin voor alle verlangens en teleurstellingen, alle lief en leed, van de gelovige en de ongelovige mens woorden gevonden zijn. Een ereplaats is dit jaar ingeruimd voor psalm 101, in de vrije vertaling van Huub Oosterhuis, die iedere zondag zal klinken:

Een psalm voor de veertigdagentijd

En weer zingen, maar nu

Zo zacht mogelijk

Ik wil de laatste waarheid:

Dat Gij tot mij komt, ooit.

Ik zal mij stil maken,

Wachten in mijn binnenste kamer.

Ik gedoog niet één onwaar woord

Ik wil het zuivere daglicht

Niets van laster, spot, inbeelding,

Hoogmoed, hoon.

Ik wil vertoeven

In het land der transparanten

Mijn ogen zoeken de weerloze echten –

Geef mij een doorzichtig huis.

Iedere morgen een nieuw begin

Woorden die openbloeien

Waar ik in wonen kan, veilig

Met wie dan ook die mij lief is.

En weer zingen, ook nu

Zo zacht mogelijk.

Uit: Huub Oosterhuis, ‘Vijftig Psalmen vrij’