foto-links

raamdom-gr

Geschiedenis Dominius

De geschiedenis van de Dominicusgemeente zoals die nu bestaat, begint in het jaar 1964. Voor die tijd zat er een rooms-katholieke parochie in het door Cuypers ontworpen kerkgebouw (dat geen toren heeft omdat daar bij de bouw geen geld meer voor was). De kerkgang in de parochie was sterk teruggelopen en er waren nog zo’n tachtig parochianen over.
Het idee om moderne vormen van geloofsverkondiging in praktijk te brengen kwam van de dominicanen Kees Strijbos en Lucas Grollenberg. Zij werkten bij het progressieve tijdschrift De Bazuin, waarvan Jan Nieuwenhuis redactiesecretaris was. Provinciaal van de dominicanen Frans van Waesberghe en het concilie besloten de bezetting van een pastoor en drie kapelaans te vervangen.
De vier dominicanen Wim Tepe, Jan Nieuwenhuis, Thom Janssen en Jos van Dijk werden ‘door een hemelse helikopter gedropt’, zoals Nieuwenhuis het altijd heeft geformuleerd. Er was vooraf geen uitgewerkt plan hoe een en ander aan te pakken.
Het overboord zetten van bepaalde liturgische gebruiken, de invoering van de volkstaal, de komst van componist Bernard Huijbers met zijn koor, de verplaatsing van het hoofdaltaar naar het midden van de kerk en het voorgaan van vrouwen in de liturgie (voor het eerst in 1977) zijn belangrijke mijlpalen geweest. De climax betrof de onafhankelijkheid van het bisdom Haarlem in 1989 waarmee de verzelfstandiging van de Dominicusgemeente een feit werd.
Gedurende het jarenlange proces van vernieuwing, emancipatie en democratie is de Dominicusgemeente uitgegroeid tot een levendige oecumenische gemeente. Een groot deel van de bezoekerspopulatie bestaat uit ex-protestanten en –rooms-katholieken die zich in hun oude geloofsgemeenschap niet meer kunnen vinden.

Heden en verleden van de Dominicusgemeente zijn door Karin Kasdorp beschreven in Een levend lichaam – kijken naar een kerk met toekomst (verschenen in 2008; isbn 9789088420559).