30 november t/m 28 december 2014
Zo op het eerste gezicht gaan de verhalen in de Schrift over lang geleden. Maar de reden dat we ze blijven lezen is niet onze belangstelling voor het verre verleden. De verhalen vertellen vooral hoe het altijd gaat, gegaan is en gaan zal. Het zijn verhalen die inzicht geven, die ons bij de hand nemen.
De weken voor Kerstmis noemen we Advent. Advent betekent ‘komst’. We zien uit naar de komst van het licht, naar de geboorte van een Messias. Dat het duister verdreven wordt, dat er vrede is en recht wordt gedaan. Een tijd van verwachting. Niet alleen uitzien naar het geboortefeest van Jezus, maar vooral uitzien naar een nieuwe wereld, dat het aanschijn der aarde wordt vernieuwd.
We lezen in deze Advent verhalen over ‘in den beginne’. De verhalen daarover in de Schrift vertellen ons hoe de schepping, de mens in beginsel, in principe zijn bedoeld. Hoe God aanwezig wil zijn bij mensen. Het zijn verhalen die ons willen bemoedigen, troosten, aansporen: dat een nieuwe toekomst komen zal.
De Advent is een tijd van bezinning. Ons wordt aangezegd, dat we altijd opnieuw kunnen beginnen. Er is steeds nieuw begin mogelijk. In de donkere dagen voor Kerstmis zeggen en zingen we dat ‘we wachten op licht’ . Niet alleen letterlijk, dat de dagen weer gaan lengen, maar ook en vooral figuurlijk: wij gaan op weg naar het licht in ons bestaan, in deze wereld. Dat is niet een gemakkelijke tocht, maar we zijn ook op weg naar Kerstmis, en dat is een groot feest!
Volg ons op